Vertaling van " 1999 stellen " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

professionell geschriebene Texte und Inhalte zur Verfügung stellen | professionell getextete Inhalte zur Verfügung stellen | schriftlich verfasste Inhalte zur Verfügung stellen | schriftliche Inhalte zur Verfügung stellen
professioneel geschreven tekst en inhoud aanbieden | professioneel schrijven | geschreven inhoud aanbieden | teksten schrijven

Informationen zum Freizeitpark zur Verfügung stellen | Informationen zum Erlebnispark zur Verfügung stellen | Informationen zum Themenpark zur Verfügung stellen
informatie over het attractiepark verstrekken | informatie over het pretpark verstrekken

sequestrieren | unter Sequester stellen | unter Zwangsverwaltung stellen
onder sekwester plaatsen onder sekwester stellen | sekwestreren

eine Wohnung beschaffen | eine Wohnung stellen | eine Wohnung zur Verfügung stellen
huisvesting verschaffen

Europäisches System für die Übermittlung von Stellen- und Bewerbeangeboten im internationalen Ausgleich | Europäisches System für die Übermittlung von Stellen- und Bewerberangeboten im internationalen Ausgleich | SEDOC [Abbr.]
Europees systeem voor de mededeling van de voor internationale arbeidsbemiddeling geregistreerde aanbiedingen van en aanvragen om werk | SEDOC [Abbr.]

Strom vom Stromverteiler zur Verfügung stellen | Strom von Sammelschienen zur Verfügung stellen
voorzien in stroomverbindingen via busbars | voorzien in stroomverbindingen via spanningsrails

einen Zeugen stellen
een getuige voorbrengen

Personal zur Verfügung stellen
personeel ter beschikking stellen

einen Bürgen stellen
borg stellen

EURES [ EG-weite Stellenangebote und Arbeitsgesuche | Europäisches System für die Übermittlung von Stellen- und Bewerberangeboten im internationalen Ausgleich | SEDOC ]
Eures [ Europees systeem voor de mededeling van aanbiedingen van en aanvragen om werk | Europese diensten voor arbeidsvoorziening | SEDOC ]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Insofern der Begriff « Fahrzeug » in der angefochtenen Bestimmung lediglich eine Umsetzung desselben Begriffs in der Richtlinie 1999/62/EG sei, beantragt die klagende Partei schließlich, dass der Gerichtshof dem Europäischen Gerichtshof eine Vorabentscheidungsfrage zur Vereinbarkeit der betreffenden Richtlinienbestimmung mit dem unionsrechtlichen Gleichheitsgrundsatz stellen solle.
In zoverre het begrip « voertuig » in de bestreden bepaling een loutere omzetting zou zijn van hetzelfde begrip in de richtlijn 1999/62/EG, vraagt de verzoekende partij ten slotte dat het Hof een prejudiciële vraag zou stellen aan het Hof van Justitie over de verenigbaarheid van de betrokken richtlijnbepaling met het unierechtelijke gelijkheidsbeginsel.

Aufgrund des GSWW 1999 gab es grundsätzlich eine Verpflichtung, Vorabentscheidungsfragen zu stellen, doch verfügte der Appellationshof Brüssel nicht über die Möglichkeit, eine Untersuchung bezüglich der Praktiken durch Spezialdienste der Wettbewerbsbehörde zu beantragen (Parl. Dok., Senat, 1998-1999, Nr. 1-614/8, S. 300).
Krachtens de WBEM 1999 was er in beginsel een verplichting tot het stellen van prejudiciële vragen, maar beschikte het Hof van Beroep te Brussel niet over de mogelijkheid om een onderzoek naar de praktijken door de gespecialiseerde diensten van de mededingingsautoriteit te vragen (Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. 1-614/8, p. 300).

40. stellt fest, dass nicht die Kommission, sondern die Mitgliedstaaten nach dem Prinzip der geteilten Mittelverwaltung dafür Sorge tragen, dass für die Gemeinschaftsausgaben mit geteilter Verantwortung dieselben Grundsätze der Unabhängigkeit der Bereiche Anweisung und Wirtschaftsprüfung und Zertifizierung angewandt werden wie bei den Gemeinschaftsausgaben in direkter Verwaltung; stellt ferner fest, dass dies insbesondere die Errichtung von akkreditierten Zahlstellen mit einem internen Audit-Service und die Einrichtung von Unabhängigen und Bescheinigenden Stellen im Sinne der Verordnung (EG) Nr. 1663/95 für den Bereich des Europäischen Ausrichtungs- und Garantiefonds für die Landwirtschaft, Abteilung Garantie (EAGFL-G) und die Errichtung unabhängiger Stellen im Sinne von Artikel 38 Absatz 1 Buchstabe f) der Verordnung (EG) Nr. 1260/1999 in Verbindung mit Artikel 15 der Verordnung (EG) Nr. 438/2001 betrifft ; stellt fest, dass diese Stellen als unabhängige Stellen auch im Sinne der Artikel 4 und 10 der genannten Verordnung Nr. 438/2001 tätig sind;
40. stelt vast dat niet de Commissie maar de lidstaten volgens het beginsel van gedeeld beheer ervoor moeten zorgen dat voor Gemeenschapsuitgaven onder gedeelde verantwoordelijkheid dezelfde principes van onafhankelijkheid van de sectoren betalingsopdrachten, controle van de jaarrekening en certificering worden toegepast als bij de Gemeenschapsuitgaven onder rechtstreeks beheer; stelt verder vast dat dit met name de oprichting betreft van erkende betaalorganen met een interne auditservice en van onafhankelijke certificeringsinstellingen in de zin van Verordening (EG) nr. 1663/95 voor de sector Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL-G) en de oprichting van een onafhankelijke dienst in de zin van artikel 38, lid 1, letter f van Verordening (EG) nr. 1260/1999 gekoppeld aan artikel 15 van Verordening (EG) nr. 438/2001; en stelt vast dat deze diensten ook actief zijn als onafhankelijke diensten in de zin van de artikelen 4 en 10 van Verordening 438/2001;

Die Partnerschafts- und Kooperationsabkommen von 1999 stellen eine solide Grundlage für die Stärkung der Beziehungen der Union zu Armenien, Aserbaidschan und Georgien dar.
De partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomsten bieden een solide basis voor het versterken van de betrekkingen van de Unie met Armenië, Azerbeidzjan en Georgië.

(1) Diese Verordnung enthält die Bedingungen, unter denen gemäß Artikel 12 Absatz 2 der Verordnung (EG) Nr. 1266/1999 Stellen in den zehn in Artikel 1 Absatz 1 der Verordnung (EG) Nr. 1268/1999 genannten Bewerberländern mit der Verwaltung der im Rahmen der letztgenannten Verordnung gewährten Finanzhilfe beauftragt werden.
1. In deze verordening worden de voorwaarden vastgesteld voor de overdracht overeenkomstig artikel 12, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1266/1999 van het beheer van de steun die op grond van Verordening (EG) nr. 1268/1999 wordt verleend aan de organen in de tien in artikel 1, lid 1, van die Verordening genoemde kandidaat-lidstaten.

Stellen die zuständigen Stellen fest, dass ein solcher Nachweis nicht erbracht wird, so gelten die betreffenden Angaben als nicht mit der Verordnung (EG) Nr. 1493/1999 bzw. der vorliegenden Verordnung in Einklang stehend.
Indien de bevoegde instanties constateren dat het verlangde bewijs niet is verstrekt, worden de betrokken aanduidingen geacht niet in overeenstemming te zijn met Verordening (EG) nr. 1493/1999 of met deze verordening.

40. verweist darauf, dass der Bürgerbeauftragte nach einem entsprechenden Hinweis des Parlaments im Rahmen des Verfahrens zur Aufstellung des Haushaltsplans 1999 einen Plan zur Umstrukturierung seines Sekretariats erstellt hat, um die Mehrzahl der befristeten Stellen schrittweise in unbefristete Stellen umzuwandeln sowie administrative und juristische Dienste zu trennen; erwartet, dass die so geschaffenen unbefristeten Stellen gemäß Artikel 29 des Statuts der Beamten besetzt werden;
40. wijst erop dat de Ombudsman, naar aanleiding van het verzoek dat het Parlement in het kader van de begrotingsprocedure 1999 had geformuleerd, een ontwerp heeft opgesteld voor de herstructurering van zijn secretariaat, met de bedoeling de meeste tijdelijke posten geleidelijk om te zetten in vaste en de administratieve en juridische diensten op te splitsen; verwacht dat de aldus gecreëerde permanente posten worden opgevuld overeenkomstig artikel 29 van het Statuut van de ambtenaren;

V. "Drehtür“: verschärfte Auslegung und strenge Anwendung bestehender Vorschriften , um Situationen zu verhindern, in denen ehemalige Kommissionsmitglieder, Kabinettsangehörige und Beamte ihre internen Kenntnisse und Erfahrungen in unangemessener Weise privaten Interessengruppen oder Wirtschaftskreisen zur Verfügung stellen können; das Parlament weist darauf hin, dass dies 1999 bei mehreren leitenden Persönlichkeiten vorgekommen ist; weist darauf hin, dass Bestimmungen gelten, wonach die Kommission die Stellen angeben muss, deren Inhaber drei Jahre nach ihrem Ausscheiden aus dem Dienst keine bezahlte oder unbezahlte Tätigkeit aufnehmen dürfen; fordert genaue Angaben über diese Stellen sowie Informationen über die Anwendung solcher oder ähnlicher Bestimmungen auf ehemalige Kommissionsmitglieder, Kabinettsangehörige, Delegationsleiter, Leiter von Vertretungsbüros oder Generaldirektoren;
V. "Draaideur”: de bestaande bepalingen enger te interpreteren en strikt toe te passen om te vermijden dat voormalige Commissarissen, kabinetsmedewerkers en ambtenaren hun interne kennis en ervaring op oneigenlijke wijze kunnen aanwenden ten voordele van particuliere belangengroepen of het bedrijfsleven; wijst erop dat dit in 1999 voor een aantal hooggeplaatste personen gold; stelt vast dat er bepalingen bestaan krachtens welke de Commissie dient aan te geven welke ambten voor de bekleders ervan de verplichting met zich meebrengen gedurende een periode van drie jaar na beëindiging van de dienst geen al dan niet bezoldigde beroepswerkzaamheden te verrichten; verzoekt om de bijzonderheden van dergelijke ambten en informatie over de toepassing van deze of gelijksoortige bepalingen op oud-Commissarissen, kabinetsmedewerkers, hoofden van delegaties of vertegenwoordigingen en directeuren-generaal;

EUROPA - EU law and publications - EUR-Lex - EUR-Lex - 32000D0709 - EN - 2000/709/EG: Entscheidung der Kommission vom 6. November 2000 über die Mindestkriterien, die von den Mitgliedstaaten bei der Benennung der Stellen gemäß Artikel 3 Absatz 4 der Richtlinie 1999/93/EG des Europäischen Parlaments und des Rates über gemeinschaftliche Rahmenbedingungen für elektronische Signaturen zu berücksichtigen sind (Bekannt gegeben unter Aktenzeichen K(2000) 3179) (Text von Bedeutung für den EWR)
EUROPA - EU law and publications - EUR-Lex - EUR-Lex - 32000D0709 - EN - 2000/709/EG: Beschikking van de Commissie van 6 november 2000 betreffende de minimumcriteria die de lidstaten in acht moeten nemen bij de aanwijzing van instanties overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 3179) (Voor de EER relevante tekst)