Das Arbeitsgericht Lüttich befragt den Hof nach dem Behandlungsunterschied zwischen den Personalvertretern in den Betriebsräten und den Ausschüssen für Arbeitssicherheit, Betriebshygiene und Verschönerung der Arbeitsplätze sowie den Kandidaten für diese Ämter, die nicht gewählt worden seien, insofern ein Vertreter, der sein Amt niederlege, - in der vom vorlegenden Rechtsprechungsorgan vermittelten Auslegung der vorerwähnten Bestimmungen - jeglichen Kündigungsschutz verliere, während ein nicht gewählter Bewerber seinen Kündigungsschutz aufgrund seiner Kandidatur bei den Sozialwahlen nicht verlieren könne.
De Arbeidsrechtbank te Luik ondervraagt het Hof over het verschil in behandeling tussen de personeelsafgevaardigde in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen en de kandidaat-personeelsafgevaardigde die niet is verkozen, in zoverre, in de interpretatie die zij aan de voormelde bepalingen geeft, de afgevaardigde die zijn mandaat neerlegt elke bescherming tegen ontslag verliest, terwijl de niet-verkozen kandidaat de bescherming tegen ontslag die hij geniet doordat hij kandidaat bij de sociale verkiezingen is geweest, niet kan verliezen.
