(3) Bei grenzübergreifenden Programmen für die Zusammenarbeit nach Artikel 86 Absatz 1 Buchstabe b ernennen die Endempfänger eines Vorhabens in jedem teilnehmenden begünstigten Land einen von ihnen zum federführenden Empfänger, bevor der Vorschlag für das Vorhaben vorgelegt wird.
3. Voor programma’s inzake grensoverschrijdende samenwerking als bedoeld in artikel 86, lid 1, onder b), wijzen de eindbegunstigden van een activiteit in elk deelnemend begunstigd land onderling een eerstverantwoordelijke eindbegunstigde aan alvorens zij het voorstel voor de activiteit indienen.