Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van " 20 november 1962 erwähnt " (Duits → Nederlands) :

Die « unbeweglichen Güter, Wertpapiere im Portefeuille und beweglichen Sachen », die in Artikel 17 § 1 Nr. 1 in fine des vorerwähnten Gesetzes vom 20. November 1962 erwähnt werden, hat der Steuergesetzgeber folglich verstanden als « Güter, aus denen normalerweise ein Privatvermögen besteht » (ebenda).

De « onroerende goederen, waarden in portefeuille en roerende voorwerpen », waarnaar artikel 17, § 1, 1°, in fine, van de voormelde wet van 20 november 1962 verwijst, worden door de fiscale wetgever dan ook opgevat als « allemaal goederen die normalerwijze een privaat vermogen uitmaken » (ibid.).


In der fraglichen Bestimmung wird der Inhalt von Artikel 67 Nr. 1 des EStGB 1964 übernommen, in dem selbst der Inhalt von Artikel 17 § 1 Nr. 1 des Gesetzes vom 20. November 1962 zur Reform der Einkommensteuern übernommen worden war (nachstehend: Gesetz vom 20. November 1962).

De in het geding zijnde bepaling neemt de inhoud over van artikel 67, 1°, van het WIB 1964, dat zelf de inhoud overnam van artikel 17, § 1, 1°, van de wet van 20 november 1962 houdende hervorming van de inkomstenbelastingen (hierna : de wet van 20 november 1962).


Mit Artikel 23 des Gesetzes vom 20. November 1962 zur Reform der Einkommensteuern, aus dem später Artikel 93 des EStGB 1964 und Artikel 171 des EStGB 1992 geworden sind, wollte der Gesetzgeber die strengen Folgen einer strikten Anwendung der Progression der Steuer der natürlichen Personen vermeiden für Steuerpflichtige, die gewisse Einkünfte von eher außergewöhnlicher Art erhalten.

Met artikel 23 van de wet van 20 november 1962 houdende hervorming van de inkomstenbelastingen, dat later artikel 93 van het WIB 1964 en artikel 171 van het WIB 1992 is geworden, wilde de wetgever de strenge gevolgen vermijden die de strikte toepassing van de progressiviteit van de personenbelasting zou meebrengen voor belastingplichtigen die sommige inkomsten met een veeleer uitzonderlijk karakter verkrijgen.


" - des Beschlusses des Gemeinderats der Gemeinde Boortmeerbeek vom 26. September 2016, durch den der Gemeinderat der Gemeinde Boortmeerbeek sich mit der Verlegung der 1,65m breiten und an der Parzellengrenze gelegenen öffentlichen Wegegerechtigkeit auf der in Boortmeerbeek, Eyselaarsstraat 17, gelegenen und Gemarkung 1, Flur B, Nr. 207R katastrierten Parzelle, wie sie auf dem Plan von Oscar Deneyer vom 10. Mai 1962 und/oder in dem Vermessungsprotokoll vom 27. November 1965 erwä ...[+++]

"- het besluit van de gemeenteraad van de gemeente Boortmeerbeek van 26 september 2016 waarbij de gemeenteraad van de gemeente Boortmeerbeek principieel instemt met de verlegging van de publieke erfdienstbaarheid van overgang die aanwezig is op het perceel te Boortmeerbeek, Eyselaarsstraat 17, kadastraal gekend als Boortmeerbeek, 1e afdeling, sectie B, nr. 207R, met een breedte van 1,65m en gelegen aan de perceelsgrens, zoals weergegeven op het plan van Oscar Deneyer van 10 mei 1962 en/of het proces-verbaal van opmeti ...[+++]


- des Beschlusses des Gemeinderats der Gemeinde Boortmeerbeek vom 19. Dezember 2016, durch den die Verlegung der 1,65m breiten und an der Parzellengrenze gelegenen öffentlichen Wegegerechtigkeit auf der in Boortmeerbeek, Eyselaarsstraat 17, gelegenen und Gemarkung 1, Flur B, Nr. 207R katastrierten Parzelle, wie sie auf dem Plan von Oscar Deneyer vom 10. Mai 1962 und/oder in dem Vermessungsprotokoll vom 27. November 1965 erwähnt wird, ...[+++]

- het besluit van de gemeenteraad van de gemeente Boortmeerbeek van 19 december 2016 waarbij de verlegging van de publieke erfdienstbaarheid van overgang die aanwezig is op het perceel te Boortmeerbeek, Eyselaarsstraat 17, kadastraal gekend als Boortmeerbeek, 1e afdeling, sectie B, nr. 207R, met een breedte van 1,65 m en gelegen aan de perceelsgrens, zoals weergegeven op het plan van Oscar Deneyer van 10 mei 1962 en/of het proces-verbaal van opmeting van 27 november 1965 werd ...[+++]


Gemäß den Vorarbeiten zu Artikel 23 des Gesetzes vom 20. November 1962 zur Reform der Einkommensteuern, aus dem später Artikel 171 des EStGB 1992 geworden ist, der die getrennten Veranlagungen eingeführt hat, bezweckte der Gesetzgeber, « die Progression der Steuer abzubremsen, wenn das besteuerbare Einkommen nicht periodische Einkünfte beinhaltet » (Parl. Dok., Kammer, 1961-1962, Nr. 264/1, S. 85; ebenda, Nr. 264/42, S. 126).

Overeenkomstig de parlementaire voorbereiding van artikel 23 van de wet van 20 november 1962 houdende hervorming van de inkomstenbelastingen, dat later artikel 171 van het WIB 1992 is geworden, dat afzonderlijke aanslagen heeft ingesteld, beoogde de wetgever « de progressiviteit van de belasting te remmen wanneer het belastbaar inkomen niet-periodieke inkomsten behelst » (Parl. St., Kamer, 1961-1962, nr. 264/1, p. 85; ibid., nr. 264/42, p. 126).


Ursprünglich wollte der Gesetzgeber die nach der Einstellung der Berufstätigkeit bezogenen Entschädigungen als Ausgleich für Handlungen oder anlässlich von Handlungen, die zu einer Verringerung der Tätigkeit, der Gewinne oder der Profite geführt haben können, zu einem Steuersatz von 15 Prozent besteuern (Artikel 6 § 3 Absatz 2 und § 6 Absatz 2 Nr. 2 in Verbindung mit Artikel 23 § 2 Nr. 2 Buchstabe b) des Gesetzes vom 20. November 1962 zur Reform der Einkommensteuern).

Oorspronkelijk wou de wetgever de na de stopzetting van de beroepswerkzaamheid verkregen vergoedingen als compensatie of ter gelegenheid van een handeling waaruit een vermindering van de activiteit, de winst of de baten kon voortvloeien, belasten tegen een aanslagvoet van 15 pct (artikel 6, § 3, tweede lid, en § 6, tweede lid, 2°, juncto artikel 23, § 2, 2°, b), van de wet van 20 november 1962 houdende hervorming van de inkomstenbelastingen).


Mit Artikel 23 des Gesetzes vom 20. November 1962 zur Reform der Einkommensteuern, aus dem später Artikel 93 des EStGB 1964 und Artikel 171 des EStGB 1992 geworden sind, wollte der Gesetzgeber die strengen Folgen einer strikten Anwendung der Progression der Steuer der natürlichen Personen vermeiden für Steuerpflichtige, die gewisse Einkünfte von eher außergewöhnlicher Art erhalten.

Met artikel 23 van de wet van 20 november 1962 houdende hervorming van de inkomstenbelastingen, dat later artikel 93 van het WIB 1964 en artikel 171 van het WIB 1992 is geworden, wilde de wetgever de strenge gevolgen vermijden die de strikte toepassing van de progressiviteit van de personenbelasting zou meebrengen voor belastingplichtigen die sommige inkomsten met een veeleer uitzonderlijk karakter verkrijgen.


Buchstabe a) von Artikel 40 § 1 Nr. 2 des EStGB 1964 geht zurück auf Artikel 8 des Gesetzes vom 20. November 1962 « zur Reform der Einkommensteuern », der gemäss den diesbezüglichen Vorarbeiten (Parl. Dok., Kammer, 1961-1962, Nr. 264/1, S. 65) seinerseits durch Artikel 2 des zeitweiligen Gesetzes vom 15. Juli 1959 « zur Förderung der Ubernahme oder der Fusion von Gesellschaften und der Einbringung von Teilbetrieben » inspiriert wurde.

Littera a) van artikel 40, § 1, 2°, van het WIB 1964 gaat terug op artikel 8 van de wet van 20 november 1962 « houdende hervorming van de inkomstenbelastingen », dat, blijkens de parlementaire voorbereiding ervan (Parl. St., Kamer, 1961-1962, nr. 264/1, p. 65), op zijn beurt was geïnspireerd op artikel 2 van de tijdelijke wet van 15 juli 1959 « tot bevordering van de opslorping of de fusie van vennootschappen en de inbreng van bedrijfstakken ».


Weder weist der Ministerrat nach, noch wird aus den Vorarbeiten zu den aufeinanderfolgenden Gesetzgebungen, die dem beanstandeten Artikel 49 zugrunde liegen (insbesondere das Gesetz vom 29. Oktober 1919, der Erlass des Regenten vom 15. Januar 1948, die Gesetze vom 20. November 1962 und 25. Juni 1973) ersichtlich und der Hof sieht nicht ein, wie der beanstandete Behandlungsunterschied gerechtfertigt werden könnte.

De Ministerraad toont niet aan, de parlementaire voorbereiding van de opeenvolgende wetgevingen die aan de oorsprong liggen van het in het geding zijnde artikel 49 (inzonderheid de wet van 29 oktober 1919, het besluit van de Regent van 15 januari 1948, de wetten van 20 november 1962 en 25 juni 1973) doen evenmin blijken en het Hof ziet niet in, welke verantwoording er zou zijn voor het in het geding zijnde verschil in behandeling.




Anderen hebben gezocht naar : vom 20 november     november     november 1962 erwähnt     september     vom 27 november     mai     november 1965 erwähnt     dezember     vom 20 november      20 november 1962 erwähnt     


datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

' 20 november 1962 erwähnt' ->

Date index: 2022-10-14
w