Gelet op het feit dat d
e gewesten sedert 1 januari 1989 exclusief bevoegd zijn om de aanslagvoet, de heffingsgrondslag en de vrijstellingen van de belasting op de spelen en de weddenschappen (artikel 3, eerste lid, 1°, en artikel 4, § 1, van de bijzondere wet van 16 januari
1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten) en de belasting op de automatische ontspanningstoestellen (artikel 3, eerste lid, 2°, en artikel 4, § 1, van de bijzondere wet van 16 januari
1989) te wijzigen, beoogt het h
...[+++]uidige ontwerp van decreet het bovenvermelde doel te bereiken.