Von den zwei wichtigsten Wirtschaftszweigen, d. h. Fernsehen und Kino, machte das Fernsehen im Jahr 2001 etwa zwei Drittel des Marktes aus, während das Kino, einschließlich Videos, etwa 15 % des Marktes einnahm.
TV en film, - de twee voornaamste branches van de sector - vertegenwoordigden in 2001 tweederde van de markt; de filmindustrie, met inbegrip van video's, nam daarvan 15% voor haar rekening.