Die Vertragsparteien erkannten an, dass die Ziele des Übereinkommens leichter erreicht würden, wenn die Vertreter der Vertragsparteien die Möglichkeit hätten, regelmäßig zusammenzutreffen, entweder um die Durchführung der Bestimmungen zu überwachen, das Übereinkommen an geänderte Umstände und neue wissenschaftliche Erkenntnisse anzupassen oder gemeinsame und koordinierte Programme in dem von dem Übereinkommen erfassten Bereich zu entwickeln.
De partijen vonden dat de doelstellingen van de overeenkomst gemakkelijker zouden worden bereikt indien de vertegenwoordigers van de partijen de kans hadden regelmatig bijeen te komen om toe te zien op de uitvoering van de bepalingen, om de overeenkomst aan te passen aan de veranderende omstandigheden en nieuw wetenschappelijk bewijsmateriaal, of om gemeenschappelijke en gecoördineerde programma’s te ontwikkelen op het gebied waarop de overeenkomst betrekking heeft.
