(2) Stellt eine Vertragspartei im Handel mit der anderen Vertragspartei Dumping und/oder anfechtbare Subventionen fest, so kann sie im Einklang mit dem WTO-Übereinkommen zur Durchführung des Artikels VI des GATT 1994 und mit dem WTO-Übereinkommen über Subventionen und Ausgleichsmaßnahmen und mit ihren einschlägigen internen Rechtsvorschriften geeignete Maßnahmen gegen diese Praktiken treffen.
2. Indien een der partijen constateert dat in het handelsverkeer met de andere partij dumping plaatsvindt en/of tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies worden gegeven, kan de eerstgenoemde partij passende maatregelen nemen tegen deze praktijk op grond van de WTO-overeenkomst betreffende de tenuitvoerlegging van artikel VI van de GATT 1994, de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen, en haar eigen wetgeving ter zake.