Vertaling van "verpflichtung formellen begründung ihrer " (Duits → Nederlands) :

12. äußert sich besorgt über den Ermessensspielraum, über den die Anstellungsbehörde verfügt, wenn es um die Verpflichtung eines erfolgreichen Bewerbers zur Teilnahme an einem zweiten Gespräch geht; fordert die Agentur auf, die Kriterien zu veröffentlichen, die klar und eindeutig sein müssen, die die Anstellungsbehörde ihrer Begründung, ein zweites Gespräch anzuberaumen, sowie der offiziellen Aufnahme eines Bewerbers in die Reserveliste für die entsprechende Stelle zugrunde legt;
12. geeft uiting aan zijn bezorgdheid over het feit dat de tot aanstelling bevoegde autoriteit een geslaagde kandidaat kan dwingen voor een tweede gesprek te komen; verzoekt het Agentschap de criteria bekend te maken, die duidelijk en alomvattend moeten zijn en op basis waarvan de tot aanstelling bevoegde autoriteit kan besluiten een tweede gesprek te houden en kan besluiten de kandidaat op de reservelijst definitief aan te werven;

13. äußert sich besorgt über den Ermessensspielraum, über den die Anstellungsbehörde verfügt, wenn es um die Verpflichtung eines erfolgreichen Bewerbers zur Teilnahme an einem zweiten Gespräch geht; fordert die Agentur auf, eindeutige und umfassende Kriterien zu veröffentlichen, die die Anstellungsbehörde ihrer Begründung, ein zweites Gespräch anzuberaumen, sowie der offiziellen Aufnahme eines Bewerbers in die Reserveliste für die entsprechende Stelle zugrunde legt;
13. geeft uiting aan zijn bezorgdheid over het feit dat de tot aanstelling bevoegde autoriteit een geslaagde kandidaat kan dwingen voor een tweede gesprek te komen; verzoekt het Agentschap duidelijke en alomvattende criteria vast te stellen op basis waarvan de tot aanstelling bevoegde autoriteit kan besluiten een tweede gesprek te houden en kan besluiten de kandidaat op de reservelijst definitief aan te werven;

unterstreicht, dass die EU und die Mitgliedstaaten im Bereich der Umsetzung und/oder Durchsetzung der Menschen- und Grundrechte im Rahmen ihrer jeweiligen Zuständigkeiten gemäß dem Subsidiaritätsprinzip gemeinsame Verpflichtungen haben und dass diese geteilte Verantwortung und Zuständigkeit sowohl eine Chance als auch eine Verpflichtung seitens der Mitgliedstaaten und der Institutionen der EU darstellt; hebt die Stärkung der Rolle der nationalen Parlamente durch den Vertrag von Lissabon hervor und unterstützt die Einrichtung eines ständigen formellen Dialogs zwischen dem Europäischen Parlament und den nationalen Parlamenten;
benadrukt het feit dat de EU en de lidstaten verplichtingen delen op het vlak van de tenuitvoerlegging en/of handhaving van de mensenrechten en grondrechten, binnen hun respectieve bevoegdheidsterreinen, in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, en dat deze gedeelde verantwoordelijkheid en bevoegdheid zowel een kans als een verplichting is voor de lidstaten en de EU-instellingen; wijst met klem op de versterkte rol die de nationale parlementen hebben gekregen door het Verdrag van Lissabon en steunt de totstandbrenging van een formele en permanente dialoog tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen;

36. unterstreicht, dass die EU und die Mitgliedstaaten im Bereich der Umsetzung und/oder Durchsetzung der Menschen- und Grundrechte im Rahmen ihrer jeweiligen Zuständigkeiten gemäß dem Subsidiaritätsprinzip gemeinsame Verpflichtungen haben und dass diese geteilte Verantwortung und Zuständigkeit sowohl eine Chance als auch eine Verpflichtung seitens der Mitgliedstaaten und der Institutionen der EU darstellt; hebt die Stärkung der Rolle der nationalen Parlamente durch den Vertrag von Lissabon hervor und unterstützt die Einrichtung eines ständigen formellen Dialogs zwischen dem Europäischen Parlament und den nationalen Parlamenten;
36. benadrukt het feit dat de EU en de lidstaten verplichtingen delen op het vlak van de tenuitvoerlegging en/of handhaving van de mensenrechten en grondrechten, binnen hun respectieve bevoegdheidsterreinen, in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, en dat deze gedeelde verantwoordelijkheid en bevoegdheid zowel een kans als een verplichting is voor de lidstaten en de EU-instellingen; wijst met klem op de versterkte rol die de nationale parlementen hebben gekregen door het Verdrag van Lissabon en steunt de totstandbrenging van een formele en permanente dialoog tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen;

37. unterstreicht, dass die EU und die Mitgliedstaaten im Bereich der Umsetzung und/oder Durchsetzung der Menschen- und Grundrechte im Rahmen ihrer jeweiligen Zuständigkeiten gemäß dem Subsidiaritätsprinzip gemeinsame Verpflichtungen haben und dass diese geteilte Verantwortung und Zuständigkeit sowohl eine Chance als auch eine Verpflichtung seitens der Mitgliedstaaten und der Institutionen der EU darstellt; hebt die Stärkung der Rolle der nationalen Parlamente durch den Vertrag von Lissabon hervor und unterstützt die Einrichtung eines ständigen formellen Dialogs zwischen dem Europäischen Parlament und den nationalen Parlamenten;
37. benadrukt het feit dat de EU en de lidstaten verplichtingen delen op het vlak van de tenuitvoerlegging en/of handhaving van de mensenrechten en grondrechten, binnen hun respectieve bevoegdheidsterreinen, in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, en dat deze gedeelde verantwoordelijkheid en bevoegdheid zowel een kans als een verplichting is voor de lidstaten en de EU-instellingen; wijst met klem op de versterkte rol die de nationale parlementen hebben gekregen door het Verdrag van Lissabon en steunt de totstandbrenging van een formele en permanente dialoog tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen;

Sofern in dem Klagegrund davon ausgegangen wird, dass eine Diskriminierung zwischen den öffentlichen Krankenhäusern und den Privatkrankenhäusern bestehe, da nur erstere der Verpflichtung zur formellen Begründung ihrer Verwaltungshandlungen unterliegen würden, ist dieser Klagegrund unzulässig, da dieser Behandlungsunterschied sich nicht aus der angefochtenen Norm ergibt.
In zoverre in het middel ervan wordt uitgegaan dat er een discriminatie bestaat tussen de openbare ziekenhuizen en de privé-ziekenhuizen, waarbij enkel de eerstgenoemde zijn onderworpen aan de verplichting om de administratieve akten die zij aannemen uitdrukkelijk te motiveren, is het middel onontvankelijk in zoverre dat verschil in behandeling niet voortvloeit uit de bestreden norm.

Der zweite Klagegrund ist abgeleitet aus dem Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern es eine Diskriminierung zwischen den öffentlichen Krankenhäusern und den Privatkrankenhäusern gebe, da letztere nicht der Verpflichtung zur formellen Begründung ihrer allgemeinen Vorschriften unterliegen würden, ebenso wie sie nicht verpflichtet seien, den Verfassungsgrundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung einzuhalten.
Het tweede middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat er een discriminatie zou zijn tussen de openbare ziekenhuizen en de privé-ziekenhuizen, waarbij laatstgenoemde niet zijn onderworpen aan de verplichting om de algemene regeling die ze aannemen uitdrukkelijk te motiveren en ze evenmin ertoe zouden zijn gehouden het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie te eerbiedigen.

Unter Berücksichtigung der in B.5 angeführten Elemente kann nämlich davon ausgegangen werden, dass der Gesetzgeber von 1991, obwohl er auf die individuellen Akte der Verwaltungsbehörden abzielte, die Akte der gesetzgebenden Versammlungen oder ihrer Organe gegenüber ihrem Personal nicht von der Verpflichtung zur ausdrücklichen Begründung ausschliessen wollte, da diese Akte in den Anwendungsbereich von Artikel 14 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat fallen, auf den der Gesetzgeber gerade verweisen wollte.
Rekening houdende met de onder B.5 vermelde elementen kan immers worden gesteld dat, hoewel hij de individuele handelingen uitgaande van de besturen heeft beoogd, de wetgever van 1991 de handelingen uitgaande van de wetgevende vergaderingen of hun organen ten aanzien van hun personeel niet van de uitdrukkelijke motiveringsplicht heeft willen uitsluiten, nu die handelingen onder het toepassingsgebied van artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State ressorteren, waarnaar de wetgever precies wilde verwijzen.

Da der Gesetzgeber beschlossen hat, die Verwaltungsakte der gesetzgebenden Versammlungen oder ihrer Organe in bezug auf ihr Personal derselben Regelung des Rechtsschutzes zu unterwerfen, wie sie auf die Akte der Verwaltungsbehörden anwendbar ist, ist es nicht gerechtfertigt, dass die Verpflichtung zur ausdrücklichen Begründung nicht auf die Erstgenannten Anwendung findet.
Vermits de wetgever de bestuurshandelingen van de wetgevende vergaderingen of hun organen met betrekking tot hun personeel heeft onderworpen aan hetzelfde rechtsbeschermingsstelsel als datgene dat van toepassing is op de handelingen van de bestuurlijke overheden, is het niet verantwoord dat de uitdrukkelijke motiveringsplicht niet op de eerstgenoemde van toepassing zou worden geacht.