1. Niemand mag in strijd met het beginsel van non-refoulement worden ontscheept in een land, worden gedwongen er binnen te gaan, ernaartoe worden gebracht, of anderszins aan de autoriteiten ervan worden ov
ergeleverd, indien, onder meer, er voor hem of haar een ernstig risico bestaat er te worden onderworpen aan de do
odstraf, foltering, vervolging of andere onmenselijke of onterende behandelingen of bestraffingen, of indien zijn of haar leven of vrijheid er in gevaar zou komen om redenen van ras, godsdie
nst, nationaliteit, ...[+++]seksuele gerichtheid, het behoren tot een bepaalde sociale groep of politieke overtuiging, dan wel indien er een ernstig risico bestaat op uitzetting of verwijdering naar of uitlevering aan een ander land in strijd met het beginsel van non-refoulement.