(3) Abweichend von dem Verbot des Absatzes 1 können die zuständigen Behörden den Abtransport von Gülle von Tieren empfänglicher Arten von Betrieben innerhalb der Schutzzone, auf die die Maßnahmen der Artikel 4 oder 10 nicht angewendet werden, zum Ausbringen auf hierfür ausgewiesene Felder unter folgenden Bedingungen genehmigen:
3. In afwijking van het in lid 1 vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit toestaan dat mest van ziektegevoelige dieren voor verspreiding op daartoe aangewezen velden wordt weggehaald uit bedrijven in het beschermingsgebied die niet vallen onder de in artikel 4 of artikel 10 vastgestelde maatregelen, onder de volgende voorwaarden: