7. bestätigt seinen Ansatz, wonach die Behörden der Drittländer im Zuge der Korrektur einiger in der Vergangenheit aufgetretener Unregelmäßigkeiten und Fehler dabei unterstützt und dazu angehalten werden sollten, die notwendigen Reformen durchzuführen, um eine verantwortungsvolle Staatsführung und Wirtschaftspolitik unter Einhaltung der gängigen Normen bezüglich Transparenz und politischer Verantwortung zu gewährleisten;
7. herhaalt zijn benadering dat de autoriteiten van de derde landen bij het rechtzetten van bepaalde onregelmatigheden en fouten uit het verleden moeten worden gesteund en aangemoedigd om de hervormingen door te voeren die nodig zijn voor het garanderen van een goed economisch en politiek bestuur, met inachtneming van de normen inzake transparantie en verantwoordelijkheid;