Traduction de «ursprungsregeln folgenden » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Übereinkommen über Ursprungsregeln [ ARO ]
Overeenkomst betreffende de oorsprongregels [ ARO | OOR ]

Sie tritt ab diesem Tag an die Stelle der folgenden Texte
Met ingang van die datum vervangt dit akkoord

Bei der endgültigen Annahme der A-Punkte, die Rechtsetzungsakte betreffen, kam der Rat überein, folgenden Text in das vorliegende Protokoll aufzunehmen: ...
Bij de definitieve aanneming van de A-punten met betrekking tot wetgevingsbesluiten heeft de Raad besloten de volgende informatie in deze notulen op te nemen : (...)

im Folgenden ...
hierna te noemen

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Artikel 42 des Stabilitäts- und Assoziierungsabkommens zwischen denEuropäischen Gemeinschaften und ihren Mitgliedstaaten einerseits und Bosnien und Herzegowina andererseits (im Folgenden „Abkommen“) verweist auf das Protokoll Nr. 2 des Abkommens (im Folgenden „Protokoll Nr. 2“), das die Ursprungsregeln enthält und eine Ursprungskumulierung zwischen der Europäischen Union, Bosnien und Herzegowina, der Türkei und den am Stabilisierungs- und Assoziierungsprozess der Europäischen Union beteiligten Ländern und Gebieten vorsieht.
In artikel 42 van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds, („de overeenkomst”) wordt verwezen naar protocol 2 bij de overeenkomst („protocol 2”), dat de oorsprongsregels bevat en voorziet in cumulatie van oorsprong tussen de Europese Unie, Bosnië en Herzegovina, Turkije en elk land of gebied dat deelneemt aan het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie.

Mit dem Regionalen Übereinkommen über Pan-Europa-Mittelmeer-Präferenzursprungsregeln (2) (im Folgenden „Übereinkommen“) sollen die derzeit zwischen den Ländern der Pan-Europa-Mittelmeer-Zone geltenden Protokolle über die Ursprungsregeln durch einen einzigen Rechtsakt ersetzt werden.
De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (2) („de conventie”) strekt ertoe de protocollen inzake de oorsprongsregels die momenteel van kracht zijn tussen de landen van het pan-Euro-mediterrane gebied, door één rechtshandeling te vervangen.

Artikel 41 des Stabilisierungs- und Assoziierungsabkommens zwischen den Europäischen Gemeinschaften und ihren Mitgliedstaaten einerseits und der Republik Albanien andererseits (im Folgenden „Abkommen“) verweist auf Protokoll Nr. 4 des Abkommens (im Folgenden „Protokoll Nr. 4“), das die Ursprungsregeln enthält und eine Ursprungskumulierung zwischen der Europäischen Union, Albanien, der Türkei und jedem der am Stabilisierungs- und Assoziierungsprozess der Union teilnehmenden Länder und Gebiete vorsieht.
In artikel 41 van de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, („de overeenkomst”) wordt verwezen naar Protocol nr. 4 bij de overeenkomst („Protocol nr. 4”), dat de oorsprongsregels bevat en voorziet in de cumulatie van oorsprong tussen de Europese Unie, Albanië, Turkije en elk land of gebied dat deelneemt aan het stabilisatie- en associatieproces van de Unie.

Artikel 40 des Stabilisierungs- und Assoziierungsabkommenx zwischen den Europäischen Gemeinschaften und ihren Mitgliedstaaten einerseits und der ehemaligen jugoslawischen Republik Mazedonien andererseits (im Folgenden „Abkommen“) verweist auf Protokoll Nr. 4 des Abkommens (im Folgenden „Protokoll Nr. 4“), das die Ursprungsregeln enthält und eine Ursprungskumulierung zwischen der Union, der ehemaligen jugoslawischen Republik Mazedonien, der Türkei und jedem der am Stabilisierungs- und Assoziierungsprozess der Union teilnehmenden Länder und Gebiete vorsieht.
In artikel 40 van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds, („de overeenkomst”) wordt verwezen naar Protocol 4 bij de overeenkomst („Protocol 4”), dat de oorsprongsregels bevat en voorziet in de cumulatie van oorsprong tussen de Unie, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Turkije en elk land of gebied dat deelneemt aan het stabilisatie- en associatieproces van de Unie.

Artikel 44 des Stabilisierungs- und Assoziierungsabkommen zwischen den Europäischen Gemeinschaften und ihren Mitgliedstaaten einerseits und der Republik Montenegro andererseits (im Folgenden „Abkommen“) verweist auf Protokoll Nr. 3 über die Bestimmung des Begriffs „Erzeugnisse mit Ursprung in“ oder „Ursprungserzeugnisse“ und die Methoden der Zusammenarbeit der Verwaltungen (im Folgenden „Protokoll Nr. 3“), das die Ursprungsregeln enthält und eine Ursprungskumulierung zwischen der Union, Montenegro, der Türkei und jedem der am Stabilisierungs- und Assoziierungsprozess der Union teilnehmenden Länder und Gebiete vorsieht.
In artikel 44 van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds („de overeenkomst”), wordt verwezen naar Protocol 3 betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking („Protocol 3”), dat de oorsprongsregels bevat en voorziet in de cumulatie van oorsprong tussen de Unie, de Republiek Montenegro, Turkije en elk land of gebied dat deelneemt aan het stabilisatie- en associatieproces van de Unie.

In dem neuen Regionalen Übereinkommen über Pan-Europa-Mittelmeer-Präferenzursprungsregeln werden die unterschiedlichen Ursprungsregeln für Erzeugnisse zusammengeführt, die im Rahmen der jeweils zwischen den folgenden Vertragsparteien geschlossenen Abkommen gehandelt werden: der Europäischen Union, den Teilnehmern des Barcelona-Prozesses (Algerien, Ägypten, Israel, Jordanien, Libanon, Marokko, Syrien, Tunesien, die Türkei und die Palästinensische Behörde), den EFTA-Staaten (Island, Norwegen, die Schweiz und Liechtenstein), den Färöer und den Teilnehmern des Stabilisierungs- und Assoziierungsprozesses (Albanien, Bosnien und Herzegowina, Kroatien, die ehemalige jugoslawische Republik Mazedonien, Montenegro und Serbien sowie Kosovo im Sinne der Resolution 1244/99 des Sicherheitsrats der Vereinten Nationen).
De nieuwe conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels bundelt alle verschillende bepalingen over de oorsprong van goederen die worden verhandeld in het kader van de desbetreffende handelsovereenkomsten tussen de volgende partijen: de Europese Unie, de deelnemers aan het Barcelonaproces (Algerije, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije, de Palestijnse Autoriteit), de EVA-landen (IJsland, Noorwegen, Zwitserland, Liechtenstein), de Faerøer en de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces (Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Montenegro en Servië, alsook Kosovo op grond van Resolutie 1244/99 van de VN-Veiligheidsraad).

(13c) Zur Gewährleistung der Wirksamkeit der vorgesehenen Mechanismen sowie eines umfassenden Informationsaustausches mit den Interessenträgern ist es erforderlich, dass spezielle Verfahren für die Anwendung von Artikel 14 (Zollrückvergütung oder Zollbefreiung) des im Abkommen enthaltenen Protokolls über die Bestimmung des Begriffs „Erzeugnisse mit Ursprung in“ oder „Ursprungserzeugnisse“ und über die Methoden der Zusammenarbeit der Verwaltungen (im Folgenden „Protokoll über Ursprungsregeln“) festgelegt werden.
(13 quater) Het is noodzakelijk bepaalde procedures vast te leggen die verband houden met de toepassing van artikel 14 (teruggave of vrijstelling van douanerechten) van het bij de overeenkomst horende protocol betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking (hierna „protocol betreffende de oorsprongsregels” genoemd) om de doeltreffende werking van de hierin opgenomen mechanismen te waarborgen en te voorzien in een uitgebreide uitwisseling van informatie met relevante belanghebbenden.

Das kurzfristige Rahmenabkommen würde insbesondere die drei folgenden Aspekte umfassen: - die Vorbereitung der Liberalisierung des Handels wie sie von der interregionalen Assoziation langfristig geplant ist; - die Unterstützung der Integration von Mercosur in drei Aspekten: handelspolitisch (Harmonisierung der Nomenklaturen, Ursprungsregeln usw.); wirtschaftlich (technische Hilfe bei der Verwirklichung des Binnenmarktes usw.); regional (technische, industrielle und finanzielle Unterstützung regionaler Großprojekte für Verkehr, Energie usw.); - die Vertiefung des Dialogs und der Konzertierung zwischen der EU und dem Mercosur auf Ministerebene über politische Themen und Kooperationsfragen von gemeinsamem Interesse.
Deze kaderovereenkomst op korte termijn zou met name de drie volgende aspecten omvatten : - de voorbereiding van de liberalisering van de handel, zoals op lange termijn door de interregionale associatie is bepaald; - ondersteuning van de integratie van de MERCOSUR in drie opzichten : commercieel (harmonisatie van de nomenclatuur, regels betreffende de oorsprong, enz); economisch (technische bijstand voor de tenuitvoerlegging van de interne markt, enz); regionaal (technische, industriële in financiële ondersteuning van grote regionale projecten op het gebied van vervoer, energie, enz); - verdieping van de dialoog en het overleg tussen het EU en de MERCOSUR op ministierieel niveau over politieke onderwerpen en over de samenwerking in wederzijds belang.

Die Regierungen der Mitgliedstaaten und die Europaeische Kommission waren wie folgt vertreten: Belgien Herr Frank VANDENBROUCKE Vizepremierminister, Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Herr Robert URBAIN Minister des Aussenhandels und der europaeischen Angelegenheiten Daenemark Herr Niels HELVEG PETERSEN Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Herr Jorgen OESTROEM MOELLER Staatssekretaer fuer auswaertige Angelegenheiten Deutschland Herr Klaus KINKEL Bundesminister des Auswaertigen Herr Werner HOYER Staatsminister, Auswaertiges Amt Griechenland Herr Georges Alexandre MANGAKIS Stellvertretender Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Herr Athanassios THEODORAKIS Staatssekretaer fuer europaeische Angelegenheiten Spanien Herr Javier SOLANA Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Herr Carlos WESTENDORP Staatssekretaer fuer die Beziehungen zu den Europaeischen Gemeinschaften Frankreich Herr Alain JUPPE Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Herr Alain LAMASSOURE Beigeordneter Minister, zustaendig fuer europaeische Angelegenheiten Irland Herr Dick SPRING Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Herr Gay MITCHELL Staatsminister fuer europaeische Angelegenheiten Italien Herr Emanuele SCAMMACCA Staatssekretaer im Ministerium fuer auswaertige Angelegenheiten Herr Mario D'URSO Staatssekretaer im Ministerium fuer den Handel mit dem Ausland Luxemburg Herr Jacques POOS Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Niederlande Herr Hans VAN MIERLO Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Frau Anneke van DOK van WEELE Staatssekretaerin fuer Wirtschaft Herr Michiel PATIJN Staatssekretaer fuer auswaertige Angelegenheiten Oesterreich Frau Brigitte EDERER Staatssekretaerin fuer europaeische Angelegenheiten Portugal Herr José Manuel DURÃO BARROSO Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Finnland Herr Paavo RANTANEN Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Herr Pertti SALOLAINEN Stellvertretender Premierminister, Minister fuer Aussenhandel Herr Veli SUNDBAECK Staatssekretae ...
De Regeringen van de Lid-Staten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd : België : de heer Frank VANDENBROUCKE Vice-Eerste Minister, Minister van Buitenlandse Zaken de heer Robert URBAIN Minister van Buitenlandse Handel en Europese Zaken Denemarken : de heer Niels HELVEG PETERSEN Minister van Buitenlandse Zaken de heer Jorgen ØRSTRØM MØLLER Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Duitsland : de heer Klaus KINKEL Minister van Buitenlandse Zaken de heer Werner HOYER Staatsminister van Buitenlandse Zaken Griekenland : de heer Georges Alexandre MANGAKISPlaatsvervangend Minister van Buitenlandse Zaken de heer Athanassios THEODORAKIS Staatssecretaris van Gemeenschapszaken Spanje : de heer Javier SOLANA Minister van Buitenlandse Zaken de heer Carlos WESTENDORP Staatssecretaris voor de betrekkingen met de EG Frankrijk : de heer Alain JUPPE Minister van Buitenlandse Zaken de heer Alain LAMASSOURE Onderminister van Europese Zaken Ierland : de heer Dick SPRING Minister van Buitenlandse Zaken de heer Gay MITCHELL Onderminister, speciaal belast met Europese zaken Italië : de heer Emanuele SCAMMACCA Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken de heer Mario D'URSO Staatssecretaris van Buitenlandse Handel Luxemburg : de heer Jacques POOS Minister van Buitenlandse Zaken Nederland : de heer Hans van MIERLO Minister van Buitenlandse Zaken mevrouw Anneke van DOK van WEELEStaatssecretaris van Economische Zaken de heer Michiel PATIJN Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Oostenrijk : mevrouw Brigitte EDERER Staatssecretaris van Europese Zaken Portugal : de heer José Manuel DURÃO BARROSOMinister van Buitenlandse Zaken Finland : de heer Paavo RANTANEN Minister van Buitenlandse Zaken de heer Pertti SALOLAINEN Vice-Eerste Minister, Minister van Buitenlandse Handel de heer Veli SUNDBÄCK Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Zweden : mevrouw Lena HJELM-WALLÉN Minister van Buitenlandse Zaken de heer Mats HELLSTROM Minister van Buitenlandse Handel en Europese Zaken Verenigd Kon ...