(3) Vor der Annahme und dem Inkrafttreten der in Absatz 2 genannten Bestimmung des Begriffs Ursprungserzeugnisse ist die Zulassung zu einer der mit dieser Verordnung eingeführten Präferenzregelungen daran gebunden, daß die Waren der Bestimmung des Begriffs Ursprungserzeugnisse nach Teil I Titel IV Kapitel 2 Abschnitt 2 der Verordnung (EWG) Nr. 2454/93 entsprechen.
3. Hangende de goedkeuring en de inwerkingtreding van de in lid 2 bedoelde bepalingen betreffende de oorsprong, wordt de toekenning van de bij deze verordening vastgestelde preferentiële regelingen afhankelijk gesteld van de naleving van de bepalingen betreffende de oorsprong die zijn opgenomen in deel I, titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 2, van Verordening (EEG) nr. 2454/93.