Die Beschwerdegründe der klagenden Parteien betreffen die unklare und allzu weite Beschaffenheit des Begriffs « fremde Macht » und die Erweiterung der Tragweite der Unpfändbarkeit auf die Güter der in dieser Bestimmung aufgelisteten Teilgebiete, einschließlich der Teilgebiete, die keine Rechtspersönlichkeit besäßen.
De grieven van de verzoekende partijen hebben betrekking op het vage en te ruime karakter van het begrip « buitenlandse mogendheid » en op de uitbreiding van de draagwijdte van de niet-vatbaarheid voor beslag tot de eigendommen van de in die bepaling opgesomde entiteiten, met inbegrip van de entiteiten die niet over rechtspersoonlijkheid beschikken.