23. fordert die Mitgliedstaaten, die zuständigen staatlichen Behörden und die für die Verwaltung Zuständigen auf, frei zugängliche öffentlich-rechtliche Rundfunkdienste unter Gewährleistung der Universalität der Verbreitung und des Zugangs bereitzustellen und durch must-carry-Regelungen rechtlich zu garantieren; hebt in diesem Zusammenhang die grundlegende Rolle des öffentlich-rechtlichen terrestrischen digitalen Fernsehens hervor und die Notwendigkeit, diese Plattform im Endspurt zum Übergang zur digitalen Übertragung durch Steigerung der Kapazität und Verbesserung des Deckungsgrads so attraktiv wie möglich zu gestalten;
23. verzoekt de lidstaten, de bevoegde nationale instanties en de bewindvoerders daarvan om zich duidelijk uit te spreken voor een universeel verbreide en algemeen toegankelijke openbare omroep en deze door middel van must-carry-regelingen te waarborgen; wijst in dit verband op de fundamentele rol van de openbare digitale televisie per landverbinding en de noodzaak dit platform in de aanloop naar de overschakeling van analoog op digitaal via grotere capaciteit en betere dekking zo aantrekkelijk mogelijk te maken;
