Traduction de «unionsbürgern grundrecht » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

für Justiz, Grundrechte und Bürgerschaft zuständiges Kommissionsmitglied | für Justiz, Grundrechte und Bürgerschaft zuständiges Mitglied der Kommission | Kommissar für Justiz, Grundrechte und Bürgerschaft
Commissielid belast met Justitie, grondrechten en burgerschap | Commisssaris voor Justitie, grondrechten en burgerschap

Grundrechtscharta der Europäischen Union [ Charta der Grundrechte der Europäischen Union | EU-Grundrechtscharta | europäische Grundrechtscharta ]
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie [ Europees handvest van de grondrechten ]

soziale Rechte [ soziale Freiheit | soziale Grundrechte | wirtschaftliche Grundrechte | wirtschaftliche und soziale Rechte ]
sociale rechten [ economische en sociale rechten | sociale vrijheden ]

Ad-hoc-Gruppe Grundrechte und Unionsbürgerschaft | Gruppe Grundrechte, Bürgerrechte und Freizügigkeit
Ad-hocgroep grondrechten en burgerschap | Groep grondrechten, burgerrechten en vrij verkeer van personen

Charta der Grundrechte der Europäischen Union | EU-Charta der Grundrechte | EU-Grundrechtecharta
EU-Grondrechtenhandvest | EU-Handvest van de grondrechten | Handvest van de grondrechten van de Europese Unie

Grundrecht
fundamenteel recht

Grundrechte der Bürger
grondrechten van de burgers

soziales Grundrecht
fundamenteel sociaal recht

politische Grundrechte [ politische Freiheit ]
politieke rechten [ politieke vrijheid ]

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Sie muss den Unionsbürgern die Grundrechte und -freiheiten zuerkennen, die in der Charta der Grundrechte der Europäischen Union und in der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten verankert sind.
Het moet Europese onderdanen de grondrechten en fundamentele vrijheden toekennen, die uiteengezet zijn in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

Diese Ungleichbehandlung und unterschiedliche politische Beteiligung von Unionsbürgern, die ihr Grundrecht auf Freizügigkeit in der EU wahrnehmen, rückt umso stärker in den Mittelpunkt, je weiter die europäische Integration fortschreitet und die Bedeutung der Förderung der Teilhabe der EU-Bürger am demokratischen Leben in der Union wächst.
Deze leemte in de gelijke behandeling en in de politieke participatie voor EU‑burgers die hun EU‑grondrecht van vrij verkeer en verblijf binnen de EU uitoefenen, dreigt groter te worden naarmate de Europese integratie voortschrijdt en de deelname van de EU‑burgers aan het democratisch proces van de Unie belangrijker wordt.

Würde man Unionsbürgern, die in ein anderes EU-Land umgezogen sind, erlauben, je nach den Bindungen, die sie zum Land ihrer Staatsbürgerschaft unterhalten oder zu ihrem Wohnsitzstaat aufgebaut haben, selbst zu entscheiden, in welchem der beiden Länder sie ihre wichtigsten politischen Grundrechte wahrnehmen möchten, würde dies ihrer Integration und ihrer Teilhabe am demokratischen Leben in der Union neue Impulse geben.
Als EU-burgers die in een ander EU‑land wonen, op grond van hun banden met de lidstaat waarvan zij de nationaliteit bezitten, of de banden die zij geleidelijk met hun lidstaat van verblijf hebben opgebouwd, zouden mogen kiezen in welk van deze twee landen zij hun belangrijkste politieke rechten willen uitoefenen, zouden hun inclusie en deelname aan het democratisch proces van de Unie een nieuwe stimulans krijgen.

Das in Artikel 46 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union (im Folgenden „Charta“) niedergelegte Grundrecht auf konsularischen Schutz von nicht vertretenen Unionsbürgern unter denselben Bedingungen ist Ausdruck europäischer Solidarität.
Het in artikel 46 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het Handvest) neergelegde grondrecht op consulaire bescherming voor niet-vertegenwoordigde burgers van de Unie onder dezelfde voorwaarden als de eigen onderdanen, is een uiting van de Europese solidariteit.

« Verstößt Artikel 9 des Gesetzes vom 8. Juli 2011 zur Abänderung des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern [in Bezug auf die Bedingungen für die Familienzusammenführung] gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit den Artikeln 18 bis 20 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union, den Artikeln 2, 3, 7 und 24 der Richtlinie 2004/38/EG vom 29. April 2004 über das Recht der Unionsbürger und ihrer Familienangehörigen, sich im Hoheitsgebiet der Mitgliedstaaten frei zu bewegen und aufzuhalten, den Artikeln 8 und 14 der europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten und den Artikeln 7, 20, 21 und 45 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union, indem er ohne objektive und vernünftige Rechtfertigung einen Behandlungsunterschied zwischen zwei Kategorien von Bürgern der Europäischen Union einführt, das heißt zwischen den Belgiern - unabhängig davon, ob sie bereits von ihrem Freizügigkeitsrecht im Hoheitsgebiet der anderen Mitgliedstaaten der Europäischen Union Gebrauch gemacht haben oder nicht - und den anderen Unionsbürgern, die ein Aufenthaltsrecht von mehr als drei Monaten in Belgien genießen, wobei die Erstgenannten vom Vorteil der Familienzusammenführung mit ihrem Ehepartner ausgeschlossen werden, wenn Letzterer oder sie selbst weniger als einundzwanzig Jahre alt sind?
« Schendt artikel 9 van de wet van 8 juli 2011 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen [wat betreft de voorwaarden tot gezinshereniging] de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 18 tot 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, de artikelen 2, 3, 7 en 24 van de Richtlijn 2004/38/EG van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en de artikelen 7, 20, 21 en 45 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in zoverre het, zonder objectieve en redelijke verantwoording, een verschil in behandeling creëert tussen twee categorieën van burgers van de Unie, namelijk de Belgen - los van het feit of zij al dan niet gebruik hebben gemaakt van hun recht van vrij verkeer van personen op het grondgebied van de andere lidstaten van de Europese Unie - en de andere burgers van de Unie die in België een verblijfsrecht van meer dan drie maanden genieten, doordat de eerstgenoemden zijn uitgesloten van het voordeel van gezinshereniging met hun echtgenoot indien deze of zijzelf minder dan eenentwintig jaar oud zijn ?

« Verstösst Artikel 9 des Gesetzes vom 8. Juli 2011 zur Abänderung des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern [in Bezug auf die Bedingungen für die Familienzusammenführung] gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit den Artikeln 18 bis 20 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union, den Artikeln 2, 3, 7 und 24 der Richtlinie 2004/38/EG vom 29. April 2004 über das Recht der Unionsbürger und ihrer Familienangehörigen, sich im Hoheitsgebiet der Mitgliedstaaten frei zu bewegen und aufzuhalten, den Artikeln 8 und 14 der europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten und den Artikeln 7, 20, 21 und 45 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union, indem er ohne objektive und vernünftige Rechtfertigung einen Behandlungsunterschied zwischen zwei Kategorien von Bürgern der Europäischen Union einführt, das heisst zwischen den Belgiern - unabhängig davon, ob sie bereits von ihrem Freizügigkeitsrecht im Hoheitsgebiet der anderen Mitgliedstaaten der Europäischen Union Gebrauch gemacht haben oder nicht - und den anderen Unionsbürgern, die ein Aufenthaltsrecht von mehr als drei Monaten in Belgien geniessen, wobei die Erstgenannten vom Vorteil der Familienzusammenführung mit ihrem Ehepartner ausgeschlossen werden, wenn Letzterer oder sie selbst weniger als einundzwanzig Jahre alt sind?
« Schendt artikel 9 van de wet van 8 juli 2011 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen [wat betreft de voorwaarden tot gezinshereniging] de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 18 tot 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, de artikelen 2, 3, 7 en 24 van de richtlijn 2004/38/EG van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en de artikelen 7, 20, 21 en 45 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in zoverre het, zonder objectieve en redelijke verantwoording, een verschil in behandeling creëert tussen twee categorieën van burgers van de Unie, namelijk de Belgen - los van het feit of zij al dan niet gebruik hebben gemaakt van hun recht van vrij verkeer van personen op het grondgebied van de andere lidstaten van de Europese Unie - en de andere burgers van de Unie die in België een verblijfsrecht van meer dan drie maanden genieten, doordat de eerstgenoemden zijn uitgesloten van het voordeel van gezinshereniging met hun echtgenoot indien deze of zijzelf minder dan eenentwintig jaar oud zijn ?

begrüßt die von der Europäischen Kommission ergriffenen Maßnahmen, um die Hindernisse abzubauen, die die Ausübung der mit der Unionsbürgerschaft verbundenen Rechte hemmen; bedauert in diesem Zusammenhang, dass einige Unionsbürger ihre Rechte als EU-Bürger aufgrund der Rechtsvorschriften in bestimmten Mitgliedstaaten nicht uneingeschränkt wahrnehmen können, weil Bürgern, die außerhalb des Landes, dessen Staatsangehörigkeit sie besitzen, leben bzw. gelebt haben, das Wahlrecht verweigert wird; fordert die Kommission auf, die Mitgliedstaaten zu ermutigen, dafür zu sorgen, dass dieses demokratische Grundrecht allen Unionsbürgern garantiert wird;
Het is een goede zaak dat de Europese Commissie probeert om obstakels aan te pakken die de uitoefening van met het Europese burgerschap samenhangende rechten in de weg staan. Het CvdR betreurt in dit verband dat sommige EU-burgers, wegens de wetgeving in bepaalde lidstaten die kiesrecht ontzegt aan burgers die buiten het betrokken land verblijven of hebben verbleven, hun burgerrechten niet ten volle kunnen uitoefenen. De Commissie wordt opgeroepen om lidstaten ertoe aan te zetten alle EU-burgers dit fundamentele democratische recht te garanderen.

Aus den an die Kommission gerichteten Beschwerden geht hervor, dass sich bei den Unionsbürgern zunehmend die Ansicht durchsetzt, eine Verletzung der Grundrechte in den Mitgliedstaaten bewirke die Anwendung von Artikel 7, so dass die Unionsbürger der Kommission häufig die Einleitung des entsprechenden Verfahrens nahe legen.
In het licht van de klachten die zij ontvangt, stelt de Commissie vast dat een aanzienlijk en toenemend aantal personen meent dat elke schending van grondrechten in de lidstaten aanleiding kan zijn tot de toepassing van artikel 7; vaak wordt aan de Commissie gesuggereerd om een procedure in te stellen.