Vertaling van "union selbst weltweit äußerst rasch bewegt " (Duits → Nederlands) :

Da viele Arten von Vermögenswerten, insbesondere Giral geld, innerhalb eines Mitgliedstaats, in der Europäischen Union und selbst weltweit äußerst rasch bewegt werden können, ist unverzügliches Handeln beim Einfrieren von Vermögens werten wohl die Voraussetzung dafür, daß die Rechtsdurchsetzung gelingen kann.
Omdat veel soorten activa, en in het bijzonder geld op bankrekeningen, gemakkelijk kunnen worden verplaatst, zowel binnen een bepaald land als in de Europese Gemeenschap en zelfs wereldwijd, is bij het bevriezen van activa snel handelen van het allergrootste belang, willen rechtshandhavingsinstanties een kans op succes hebben.

17. begrüßt die rasche Modernisierung des chinesischen Finanzsektors; betont jedoch, dass es von größter Bedeutung ist, einen reibungslosen Übergang sicherzustellen, um jegliche finanzielle Instabilität mit möglichen Auswirkungen auf die globalen Finanzmärkte zu vermeiden; vertritt die Auffassung, dass insbesondere eine schädliche Abwärtsspirale mit schädlichem Deregulierungswettbewerb zwischen den globalen Finanzplätzen vermieden werden sollte; regt hingegen an, dass die wichtigsten Regulierungsbehörden weltweit die höchsten Qualitätsstandards fördern sollten; ruft in Erinnerung, dass die Europäische Union selbst der globalen Annäherung der Standards im Bereich der Rechnungslegung (International Financial Reporting Standards), der Rechnungsprüfung (International Standards on Auditing), der Kapitalanforderungen für Kreditinstitute (Basel II), der Geldwäsche und der Bekämpfung der Terrorismusfinanzierung (Empfehlungen der Financial Action Task Force on Money Laundering (FATF)) und der Regulierung des Wertpapiermarktes (Standards der International Organization of Securities Commissions) verpflichtet ist; betont, dass die Europäische Union bereit sein sollte, den chinesischen Behörden ihre Erfahrung und Unterstützung anzubieten, um die Annäherung, dort wo sie erforderlich ist, umzusetzen;
17. is verheugd over de snelle modernisering van de Chinese financiële sector; benadrukt echter dat het van het hoogste belang is een soepele overgang te waarborgen om financiële instabiliteit te voorkomen waarvan de mondiale financiële markten terugslag zouden kunnen ondervinden; geeft met name in overweging dat een "race to the bottom" met een nadelige regelgevingsconcurrentie tussen mondiale financiële markten moet worden vermeden; stelt daarentegen voor dat de grote regelgevende instanties wereldwijd de hoogst mogelijke standaards dienen te bevorderen; herinnert eraan dat de EU zelf zich inzet voor de mondiale convergentie van normen op het gebied van de financiële verslaglegging (International Financial Reporting Standards), accountantscontrole (International Standards on Auditing), kapitaaleisen voor kredietinstellingen (Basel II), het witwassen van geld en de bestrijding van de terrorismefinanciering (Financial Action Task Force on Money Laundering (FATF)-aanbevelingen) en de regulering van de effectenmarkt (normen van de International Organization of Securities Commissions); wijst erop dat de EU, mocht dit nodig zijn, bereid is de Chinese autoriteiten bij de verwezenlijking van convergentie met haar ervaring terzijde te staan en te ondersteunen;

Q. in der Erwägung, dass die Gewährleistung der Sicherheit der Lebensmittelversorgung für die Bürger der Europäischen Union ein vorrangiges Ziel ist und in der Erwägung, dass dies am besten durch Förderung der Nahrungsmittelerzeugung in der Europäischen Union in Kombination mit Einfuhren im Rahmen der WTO-Regeln erreicht werden kann; in der Erwägung, dass die Sicherheit der Lebensmittelversorgung auch von dem Beitrag abhängt, den die Europäische Union zum Aufbau weltweiter Nahrungsmittelbestände (die derzeit äußerst niedrig sind) leistet, womit die Europäische Union nicht nur sich selbst vor Nahrungsmittelknappheit schützen, sondern auch Verantwortung hinsichtlich der weltweiten Sicherheit der Lebensmittelversorgung übernehmen kann,
Q. overwegende dat het waarborgen van een continue voedselvoorziening voor de EU-burgers een prioriteit is en dat dit het best kan worden bereikt door het ondersteunen van de voedselproductie in de EU in combinatie met invoer in het kader van de WTO-regels; zo'n continue voedselvoorziening is ook afhankelijk van de bijdrage van de EU aan de opbouw van mondiale voorraden (die momenteel dramatisch klein zijn), zodat de EU niet alleen zichzelf kan wapenen tegen tekorten, maar ook haar verantwoordelijkheid kan nemen voor de continue voedselvoorziening op mondiaal vlak,

H. in der Erwägung, dass in der Europäischen Union zwar 37 % der in der Landwirtschaft tätigen Personen Frauen sind, die einen bedeutenden Beitrag zur Gesamterzeugung und zur ländlichen Entwicklung leisten und ein wichtiges Bindeglied zwischen der Erzeugung und dem Verbrauch darstellen, dass jedoch a) die weibliche landwirtschaftliche Erwerbsbevölkerung altert, b) 50 % der Landwirtinnen den Status der "mitarbeitenden Ehefrau" hat, was sich äußerst nachteilig auf die Entlohnung, die Sozialversicherung, die gesundheitliche Versorgung, die Rentenansprüche sowie die berufliche Weiterentwicklung auswirkt, c) nur ein sehr geringer Anteil von Landwirtinnen selbst einen landwirtschaftlichen Betrieb leitet, d) sich die Aus- und Weiterbildung der Landwirtinnen nach wie vor auf einem sehr niedrigen Niveau bewegt, e) die Beteiligung von Frauen an landwirtschaftlichen Genossenschaften und Organisationen nicht zufriedenstellend ist, f) Analphabetismus und Arbeitslosigkeit in den ländlichen Regionen vor allem Frauen betreffen (in einigen Regionen liegt der Anteil doppelt so hoch wie bei den Männern),
H. erop wijzend dat, ofschoon vrouwen 37% uitmaken van het landbouwerspotentieel in de Europese Unie, een grote bijdrage leveren aan de totale landbouwproductie en de plattelandsontwikkeling en een belangrijke schakel vormen tussen productie en consumptie, a) de vrouwelijke landbouwbevolking vergrijst, b) één op de twee vrouwelijke landbouwers onder het stelsel van de meewerkende partner valt, wat bijzonder nadelig uitvalt voor haar bezoldiging, sociale zekerheid, gezondheidszorg, pensioen en verdere beroepsontwikkeling, c) het percentage vrouwelijke landbouwers dat een landbouwbedrijf runt bijzonder laag ligt, d) de opleiding en bijscholing van de vrouwelijke landbouwers op een zeer laag niveau blijft, e) de participatie van de vrouwen aan landbouwcoöperaties en –organisaties niet bevredigend is, f) het analfabetisme en de werkloosheid in de landbouwgebieden vooral de vrouwen treft (in bepaalde gebieden ligt dit percentage voor vrouwen twee keer zo hoog als bij mannen),