(1) Ein Drittstaatsangehöriger, der über einen gültigen Aufenthaltstitel verfügt, der vom ersten Mitgliedstaat zum Zwecke eines Studi
ums im Rahmen eines Unions- oder multilateralen Programms mit Mobilitätsmaßnahmen
oder einer Vereinbarung zwischen zwei
oder mehr Hochschuleinrichtungen
oder zu Forschungszwecken ausgestellt wurde, darf auf der Grundlage dieses Aufenthaltstitels und eines gültigen Reisedokuments unter den Bedingungen der Artikel 28, 29 und 31 und vorbehaltlich des Artikels 32 in einen
oder mehrere zweite Mitgliedstaaten
einreisen ...[+++] und sich dort aufhalten, um dort einen Teil seines Studiums oder seiner Forschungstätigkeit zu absolvieren bzw. durchzuführen.1. Een derdelander met een gel
dige vergunning die door de eerste lidstaat voor een studie i
n het kader van een uniaal of multilateraal of programma met mobiliteitsmaatregelen, voor een studie in het kader van een overeenkomst tussen twee of meer inst
ellingen voor hoger onderwijs, of voor onderzoek is afgegeven, mag op basis van die vergunning en van een geldig reisdocument, onder de voorwaarden van de artikelen 28, 29 en 31 en beho
...[+++]udens artikel 32, één of meerdere tweede lidstaten binnengaan en er verblijven om een deel van zijn studie of onderzoek uit te voeren.