Jeder Angehörige eines Mitgliedstaats der Europäischen Union, der von dem Recht auf Arbeit
nehmerfreizügigkeit oder von der Niederlassungsfreiheit Gebrauch gemacht und in einem anderen Mitgliedstaat als dem Wohnstaat eine Berufstätigkeit
ausgeübt hat, fällt unabhängig von seinem Wohnort und
seiner Staatsangehörigkeit in den Anwendungsbereich von Artikel 45 des AEUV beziehungsweise von Artikel 49 des AEUV (EuGH, 20. Januar 2011, C-155/09, Kommission gege
...[+++]n Hellenische Republik, Randnr. 41).
Iedere onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie die gebruik heeft gemaakt van het recht van vrij verkeer van werknemers of van de vrijheid van vestiging en een beroepswerkzaamheid in een andere lidstaat dan zijn woonstaat heeft uitgeoefend, valt, ongeacht zijn woonplaats en zijn nationaliteit, naargelang van het geval, binnen de werkingssfeer van artikel 45 van het VWEU of van artikel 49 van het VWEU (HvJ, 20 januari 2011, C-155/09, Commissie t. Helleense Republiek, punt 41).