18. betont die Notwendigkeit, bei der Ausgabe von Mitteln für die Zusammenarbeit flexibel vorzugehen, um auf sich verändernde Umstände reagieren zu können, beispielsweise steigende Lebensmittelpreise, wobei die Finanzierung vorsehbar sein muss, damit die Partnerländer eine nachhaltige Entwicklung sowie Maßnahmen zur Anpassung an den Klimawandel und zu seiner Begrenzung planen können;
18. benadrukt de noodzaak om flexibiliteit bij de betaling van samenwerkingsgelden – om te kunnen inspelen op veranderende omstandigheden, zoals stijgende voedselprijzen – af te stemmen op de eis dat de financiering voorspelbaar is, zodat partnerlanden plannen kunnen maken voor duurzame ontwikkeling en de aanpassing aan en het opvangen van de gevolgen van de klimaatverandering;