Es erweist sich jedoch, dass die fragliche Bestimmung in dem Sinne ausgelegt werden kann, dass der Tenor eines Urteils des Schiedshofes über eine präjudizielle Frage, obwohl er das Ergebnis einer juristischen Uberlegung ist, weder ein « neues Rechtsmittel », noch eine « Änderung der Rechtsprechung » ist und als « neues Faktum » im Sinne von Artikel 376 § 2 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 angesehen werden kann.
Het blijkt echter dat de in het geding zijnde bepaling in die zin kan worden geïnterpreteerd dat, hoewel het voortvloeit uit een juridische redenering, het beschikkend gedeelte van een arrest van het Arbitragehof dat op een prejudiciële vraag uitspraak doet, noch een « nieuw rechtsmiddel », noch een « wijziging van jurisprudentie » is en dat het kan worden beschouwd als een « nieuw gegeven » in de zin van artikel 376, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
