Auch die Tatsache, dass nicht juristische Körperschaften (von denen Charakter und Zusammensetzung nicht bestimmt sind) entscheiden können, Internetdienstleistungen wegen anerkannter illegaler Praktiken (die auch noch nicht festgestellt sind) abzutrennen, ist ein Bruch mit den Grundsätzen, dass Bürger bis zum Beweis ihrer Schuld unschuldig sind und öffnet die Tür für Betreiber als diejenigen, die die Nutzerrechte beschränken, Inhaltsfilter einrichten und einige Seiten zum Nachteil anderer schneller machen, was tatsächlichein Ende der Internetneutralität bedeuten würde.
Ook het feit dat niet-gerechtelijke instanties (waarvan de aard en de samenstelling niet gespecificeerd worden) kunnen bepalen dat het internet kan worden afgesloten voor zogenaamde illegale praktijken (die ook niet nader worden gespecificeerd), is een aanslag op het beginsel van het vermoeden van onschuld van de burgers en opent de deur naar een situatie dat de providers de rechten van gebruikers kunnen inperken, de inhoud kunnen filteren en meer snelheid aan bepaalde webpagina’s kunnen geven ten koste van andere, waarmee de facto een eind wordt gemaakt aan de neutraliteit van het internet.
