Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "teilen zweiten präjudiziellen frage bezweckt " (Duits → Nederlands) :

Mit den ersten zwei Teilen der zweiten präjudiziellen Frage bezweckt das vorlegende Rechtsprechungsorgan zu erfahren, ob Artikel 1 des Gesetzes vom 12. Januar 1993 mit Artikel 134 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 § 1 I Nr. 1 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen vereinbar sei, indem einerseits eine Verwaltungsbehörde jederzeit eine « Wiederherstellungsklage » einreichen könne, während der flämische Dekretgeber für solche Klagen eine Verjährungsfrist vorgesehen habe aufgrund seiner Zuständigkeit für Städtebau und Raum ...[+++]

Met de eerste twee onderdelen van de tweede prejudiciële vraag beoogt het verwijzende rechtscollege te vernemen of artikel 1 van de wet van 12 januari 1993 in overeenstemming is met artikel 134 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6, § 1, I, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, doordat, enerzijds, een administratieve overheid te allen tijde een « herstelvordering » kan inleiden, terwijl de Vlaamse decreetgever voor dergelijke vorderingen heeft voorzien in een verjaringstermijn op ...[+++]


Mit dem dritten Teil der zweiten präjudiziellen Frage bezweckt das vorlegende Rechtsprechungsorgan zu vernehmen, ob Artikel 1 des Gesetzes vom 12. Januar 1993 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, indem ein Behandlungsunterschied eingeführt werde zwischen Privatpersonen, für die eine Verwaltungsbehörde eine « Wiederherstellungsklage » fordere, je nachdem, ob dies aufgrund von Artikel 149 des Dekrets vom 18. Mai 1999 über die Organisation der Raumordnung (nunmehr Artikel 6.1.41 des Flämischen Raumordnungskodex vom 15. Mai 2009) geschehe ...[+++]

Met het derde onderdeel van de tweede prejudiciële vraag beoogt het verwijzende rechtscollege te vernemen of artikel 1 van de wet van 12 januari 1993 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat een verschil in behandeling in het leven wordt geroepen tussen private personen ten aanzien van wie een administratieve overheid een « herstelmaatregel » vordert, naargelang dit gebeurt op grond van artikel 149 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (thans artikel 6.1.41 van de ...[+++]


In der stark vergleichbaren dritten präjudiziellen Frage in den Rechtssachen Nrn. 4887 und 4899 und der zweiten präjudiziellen Frage in der Rechtssache Nr. 4917 wird ausserdem Artikel 6.1.2 des Flämischen Raumordnungskodex erwähnt.

In de sterk vergelijkbare derde prejudiciële vraag in de zaken nrs. 4887 en 4899 en de tweede prejudiciële vraag in de zaak nr. 4917 wordt bovendien artikel 6.1.2 van de VCRO vermeld.


2. fordert alle Parteien auf, an den Gesprächen in Genf konstruktiv und mit gutem Willen teilzunehmen, um erstens die notwendigen Sicherheitsvorkehrungen für die Beendigung der in verschiedenen Teilen des Landes auftretenden bewaffneten Feindseligkeiten zu schaffen und zweitens eine Vereinbarung darüber zu treffen, wie in dem verbleibenden Übergangszeitraum vorgegangen werden soll, wozu auch die Frage der Bildung einer Regierung de ...[+++]

2. roept alle partijen op constructief en goed gezind deel te nemen aan het overleg in Genève, teneinde eerst de noodzakelijke veiligheidsregelingen tot stand te brengen die een einde maken aan de gewapende vijandelijkheden in de diverse delen van het land, en vervolgens tot een akkoord te komen over het beheer van het resterende deel van de overgangsperiode, inclusief de vorming van een eenheidsregering die brede steun geniet, en de weg bereidt voor een stabiel klimaat voor een constitutioneel proces op grond waarvan een nieuwe blijv ...[+++]


Der verweisende Richter bezweckt mit der zweiten präjudiziellen Frage, vom Hof zu vernehmen, ob Artikel 3 Nr. 2 des Gesetzes vom 13. April 1995 über den Handelsvertretervertrag vor seiner Aufhebung durch das Gesetz vom 4. Mai 1999 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstosse, indem er besage, dass das Gesetz vom 13. April 1995 - insbesondere die Artikel 24 und 26 - nicht auf die von den Kreditinstituten mit ihren Vertretern abgeschlossenen Verträge anwendbar sei.

De verwijzende rechter beoogt met de tweede prejudiciële vraag van het Hof te vernemen of artikel 3, 2°, van de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst, vóór de opheffing ervan bij de wet van 4 mei 1999, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, doordat het bepaalt dat de wet van 13 april 1995, meer in het bijzonder de artikelen 24 en 26, niet van toepassing is op de door de kredietinstellingen met hun agenten afgesloten overeenkomsten.


Zweitens ist die Liste der Länder, die zum erweiterten Anwendungsbereich der ICI-Verordnung gehören sollen, erheblich länger, wobei diese Länder keine homogene Gruppe bilden, und es stellt sich die Frage, ob all diese Länder (z. B. die Volksrepublik Korea, Myanmar/Birma und der Iran) tatsächlich „mit der Gemeinschaft [...] ähnliche politische, wirtschaftliche und institutionelle Strukturen und Werte teilen“.

Ten tweede is het aantal landen dat onder het uitgebreide toepassingsgebied van de ICI-verordening komt te vallen aanzienlijk groter, is het geen homogene groep en dient de vraag te worden gesteld of al deze landen (bijv. de Democratische Volksrepubliek Korea, Myanmar/Birma en Iran, om er maar een paar te noemen) werkelijk "dezelfde politieke, economische en institutionele structuren en waarden hebben als de Gemeenschap".


Daraus ergibt sich, dass die den Gegenstand der ersten und zweiten präjudiziellen Frage bildende Behandlungsungleichheit der zwei Kategorien von Ausländern und die den Gegenstand der dritten präjudiziellen Frage bildende Gleichbehandlung nicht existieren, weshalb kein Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit den anderen in der präjudiziellen Frage genannten Bestimmungen, vorliegen kann.

Hieruit volgt dat de ongelijke behandeling van de twee categorieën van vreemdelingen die het voorwerp is van de eerste en de tweede prejudiciële vraag, en de gelijke behandeling die het voorwerp is van de derde prejudiciële vraag, niet bestaan, zodat de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de andere in de prejudiciële vraag vermelde bepalingen, niet geschonden zouden kunnen zijn.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'teilen zweiten präjudiziellen frage bezweckt' ->

Date index: 2023-08-09
w