« Beinhaltet Artikel 9 des Gesetzes vom 20. Juli 1991 zur Festlegung sozialer und sonstiger Bestimmungen, indem er dahingehend ausgelegt wird, dass er den abgesetzten Beamten dazu verpflichtet, sich innerhalb der Aus
schlussfrist von 30 Tagen nach dem Beenden des Arbeitsverhältnisses beim regionalen Arbeitslosenbüro als Arbeitsuchenden eintragen zu lassen, eine mit den Artikeln 10 und 11 der koordinierten Verfassung nicht zu vereinbarende Diskriminierung zwischen den Beamten, auf die sich Artikel 7 dieses Gesetzes bezieht, einerseits, und den Arbeitnehmern des Privatsektors, sowie den mittels eines Arbeitsvertrages im
...[+++] öffentlichen Sektor beschäftigten Arbeitnehmern, andererseits, obwohl die Arbeitnehmer der letztgenannten Kategorie nicht bei Strafe des Verfalls dazu verpflichtet sind, ihren Antrag auf Arbeitslosenunterstützung innerhalb der Ausschlussfrist von 30 Tagen zu stellen?« Bevat artikel 9 van de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse bepalingen, in die zin geïnterpreteerd dat het de afgezette ambte
naar verplicht zich binnen de fatale termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de beëindiging van de arbeidsverhouding bij het regionale werkloosheidsbureau als werkzoekende in te schrijven, een met de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet strijdige discriminatie tussen, enerzijds, de in artikel 7 van die wet bedoelde ambtenaren en, anderzijds, de werknemers van de privé-sector alsmede de werknemers die krachte
...[+++]ns een arbeidsovereenkomst in de overheidssector zijn tewerkgesteld, hoewel de werknemers die tot die laatste categorie behoren, niet op straffe van verval ertoe gehouden zijn hun aanvraag om werkloosheidsuitkeringen binnen een fatale termijn van 30 dagen in te dienen ?
