14. empfiehlt die Inanspruchnahme von Finanzierungsinstrumenten sowie den Einsatz von Umlauffonds und von Globalzuschüssen und fordert einen vereinfachten Zugang zu Risikokapital und Kleinstfinanzierung; ist der Auffassung, dass sich die Mitgliedstaaten stärker der verfügbaren Ressourcen für technische Unterstützung bedienen sollten, um die Kapazitäten lokaler und regionaler Gebietskörperschaften und anderer Beteiligter, insbesondere nichtstaatlicher Organisationen und von KMU, auszubauen;
14. moedigt het gebruik van financiële instrumenten aan alsmede het gebruik van „revolving funds” en globale subsidies, en dringt aan op vereenvoudiging van de toegang tot risicokapitaal en microkrediet; de lidstaten dienen meer gebruik te maken van de beschikbare technische bijstandsmiddelen om de capaciteit van de plaatselijke en regionale autoriteiten en andere belanghebbenden, met name NGO en MKB, te verbeteren;