Traduction de «stromerzeugung biomasse » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Ingenieurin Stromerzeugung | Ingenieur Stromerzeugung | Ingenieur Stromerzeugung/Ingenieurin Stromerzeugung
ingenieur elektriciteit - energieproductie | ingenieur energieproductie | ingenieur energietechniek

cellulosehaltige Biomasse | ligno-cellulosehaltige Biomasse
cellulosehoudende biomassa | lignocellulosehoudende biomassa

Biomasse der Laicherbestände | Biomasse des Laicherbestands | Laicherbiomasse
biomassa van de paaipopulatie | biomassa van het paaibestand | paaibiomassa | SSB [Abbr.]

Bioenergie [ Biomasse-Energie ]
bio-energie

Zechenkraftwerk zur Stromerzeugung
aan steenkoolmijnen verbonden elektrische centrale

Stromerzeugung koordinieren
elektriciteitsgeneratie coördineren | elektriciteitsopwekking coördineren

Pflanzen als Biomasse anbauen
gewassen telen voor biomassa

Biogas [ Biomethan | Dunggas | Energie aus Biomasse | grüne Energie | Stallgas ]
biogas [ biomethaan | groene energie | mestgas ]

Biomasse
biomassa

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Bei einem Preisniveau fossiler Brennstoffe ungefähr 10 % unter den heutigen Preisen können die direkt messbaren Kosten auf 9 Mrd. € jährlich veranschlagt werden - 6 Mrd. € für Biokraftstoffe und 3 Mrd. € für die Biomassenutzung zur Stromerzeugung (Biomasse zur Heizzwecken ist häufig wettbewerbsfähig)[15].
Uitgaande van een prijsdaling van fossiele brandstoffen met 10% ten opzichte van de huidige prijs, kunnen de rechtsreeks meetbare kosten worden geraamd op 9 miljard euro per jaar, - 6 miljard voor biobrandstoffen voor vervoer en 3 miljard voor elektriciteitsproductie uit biomassa (verwarming op basis van biomassa is vaak goedkoper)[15].

Auf Westeuropa mit seinem Anteil von 16 % am Weltenergieverbrauch entfallen 31 % der weltweiten Steigerung bei der Stromerzeugung aus Biomasse zwischen 1990 und 2000, 48 % der Steigerung bei der Stromerzeugung mit kleinen Wasserkraftwerken sowie 79 % der Steigerung des Anteils der Windenergie.
West-Europa is, met zijn 16% van het wereldenergieverbruik, goed voor 31% wereldwijd van de toename bij elektriciteitswinning uit biomassa tussen 1990 en 2000, voor 48% van de toename bij kleine waterkracht en voor 79% van de toename bij windkracht.

Diese Forderung sollte im Kontext der Notwendigkeit gesehen werden, größere Mengen Biomasse nicht nur zur Stromerzeugung, sondern auch für Heizung und Verkehr (vgl. Kapitel 3) einzusetzen, und vor dem Hintergrund des Potenzials der Biomasse bei der Kraft-Wärme-Kopplung.
Deze zou moeten worden gezien in de context van de behoefte aan grotere hoeveelheden biomassa, niet alleen voor de productie van elektriciteit, maar ook voor verwarming en vervoer en transport (zie hoofdstuk 3), en het biomassapotentieel voor warmtekracht-koppelingstoepassingen.

Die Umsetzung der Richtlinie ist daher der Schlüssel zur Entwicklung der Nutzung von Biomasse in der Stromerzeugung.
De tenuitvoerlegging van de richtlijn is derhalve essentieel voor de ontwikkeling van elektriciteit uit biomassa.

Die Kommission hält die Mitgliedstaaten dazu an, das Potenzial aller kosteneffizienten Formen der Stromerzeugung aus Biomasse zu nutzen.
De Commissie moedigt de lidstaten aan om het potentieel te benutten van alle rendabele technieken voor de opwekking van elektriciteit uit biomassa.

75. Ferner unterscheiden sich die Umweltauswirkungen, die durch den vermehrten Rückgriff auf Biomasse zur Stromerzeugung als mögliche Folge von Fördermaßnahmen insgesamt entstehen, unstreitig je nach den spezifischen Eigenschaften der Art der eingesetzten Biomasse.
75. Voorts staat vast dat de algemene milieugevolgen van het toegenomen gebruik van biomassa voor de productie van energie dat uit steunmaatregelen kan voortvloeien, verschillen naargelang van de specifieke kenmerken van het soort biomassa dat wordt gebruikt.

67. In dem Kontext, wie er in den Randnrn. 54 bis 66 des vorliegenden Urteils beschrieben ist, lässt sich allein aus dem Umstand, dass Art. 2 Buchst. b der Richtlinie 2001/77 eine Definition des Begriffs ' Biomasse ' enthält, die den biologisch abbaubaren Anteil von Erzeugnissen, Abfällen und Rückständen der Landwirtschaft einschließlich pflanzlicher und tierischer Stoffe, den biologisch abbaubaren Anteil von Erzeugnissen, Abfällen und Rückständen der Forstwirtschaft und damit verbundener Industriezweige sowie den biologisch abbaubaren Anteil von Abfällen aus Industrie und Haushalten umfasst, insbesondere nicht schließen, dass die verschiedenen aufgeführten Stoffkategorien bei der Erarbeitung nationaler Maßnahmen zur Förderung der Kraft-Wärme-Kopplung und der Stromerzeugung mittels erneuerbarer Energiequellen gleichbehandelt werden müssten.
67. Gelet op de in de punten 54 tot en met 66 van het onderhavige arrest beschreven context kan met name uit de loutere omstandigheid dat artikel 2, sub b, van richtlijn 2001/77 een definitie van de term ' biomassa' bevat die de biologisch afbreekbare fractie van producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw (met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen), de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, alsmede de biologisch afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval omvat, geenszins worden afgeleid dat de verschillende genoemde soorten stoffen op soortgelijke wijze moeten worden behandeld bij het uitwerken van nationale steunmaatregelen voor warmtekrachtkoppeling en de productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen.

82. Nach alledem ist auf den zweiten Teil der ersten Frage und auf die zweite Frage zu antworten, dass beim gegenwärtigen Stand des Unionsrechts der u.a. in den Art. 20 und 21 der Charta verankerte Grundsatz der Gleichbehandlung und Nichtdiskriminierung die Mitgliedstaaten nicht daran hindert, dass sie, wenn sie nationale Regelungen zur Förderung der Kraft-Wärme-Kopplung und der Stromerzeugung mittels erneuerbarer Energiequellen wie die nach Art. 7 der Richtlinie 2004/8 und Art. 4 der Richtlinie 2001/77 erlassen, eine Maßnahme zur verstärkten Förderung wie die im Ausgangsverfahren in Rede stehende vorsehen, in deren Genuss alle Anlagen für Kraft-Wärme-Kopplung, bei denen hauptsächlich Biomasse verwertet wird, mit Ausnahme der Anlagen für Kraft-Wärme-Kopplung, bei denen hauptsächlich Holz und/oder Holzabfälle verwertet werden, kommen können ».
82. Gelet op de voorgaande overwegingen moet op het tweede deel van de eerste vraag en op de tweede vraag worden geantwoord dat het met name in de artikelen 20 en 21 van het Handvest neergelegde beginsel van gelijke behandeling en non-discriminatie in de huidige stand van het Unierecht niet eraan in de weg staat dat de lidstaten bij de invoering van nationale steunregelingen voor warmtekrachtkoppeling en de productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen, zoals bedoeld in artikel 7 van richtlijn 2004/8 en artikel 4 van richtlijn 2001/77, voorzien in versterkte steun zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, waarvoor alle installaties voor warmtekrachtkoppeling die voornamelijk biomassa valoriseren, met uitsluiting van installaties die voornamelijk hout en/of houtafvalstoffen valoriseren, in aanmerking komen ».

45. Die im Ausgangsverfahren in Rede stehende Anlage lässt im Sinne von Art. 2 Buchst. a und b der Richtlinie 2001/77 die Stromerzeugung mittels einer solchen erneuerbaren Energiequelle, im vorliegenden Fall Biomasse auf Holzbasis, zu und stellt dabei zugleich auch eine Anlage für Kraft-Wärme-Kopplung im Sinne von Art. 3 Buchst. l der Richtlinie 2004/8 dar.
45. De installatie die in het hoofdgeding aan de orde is, biedt niet alleen de mogelijkheid om elektriciteit te produceren uit een dergelijke hernieuwbare energiebron in de zin van artikel 2, sub a en b, van richtlijn 2001/77, in casu uit biomassa op basis van hout, maar vormt ook een warmtekrachtkoppelingseenheid in de zin van artikel 3, sub l, van richtlijn 2004/8.