Vertaling van "sozialen bürgerlichen leben gehindert " (Duits → Nederlands) :

110. stellt mit großer Sorge fest, dass nach Angaben der IAO etwa 21 Millionen Männer, Frauen und Kinder weltweit in Sklaverei leben; hebt hervor, dass die Menschenrechte insbesondere durch ein entschiedenes und verbindliches Engagement sowohl für die bürgerlichen und politischen Rechte als auch für die wirtschaftlichen, sozialen, kulturellen und ökologischen Rechte auf eine ganzheitliche und unteilbare Weise zu achten sind, da es ohne diese Rechte keine Entwicklung geben kann; betont, dass die Ursachen für die Armut beseitigt werden müssen; weist insbesondere auf die Verpflichtung hin, die in der IAO-Agenda für menschenwürdige Arbeit festgelegten internationalen arbeitsrechtlichen Normen einzuhalten, und fordert, dass ein allgemeiner sozialer Basisschutz eingeführt wird; ist der Ansicht, dass soziale Probleme in den Außenbeziehungen der EU stärker im Blickpunkt stehen sollten; hält es in diesem Zusammenhang für bedauerlich, dass die EU über keine einheitliche Formel für eine „Sozialklausel“ verfügt, die in alle externen Handelsabkommen aufzunehmen wäre; fordert die EU daher auf, alle externen Handelsabkommen um ein Kapitel über Entwicklung und eine Sozialklausel zu ergänzen, die die Kernarbeitsnormen der IAO umfasst;
110. stelt tot zijn grote verontrusting vast dat er zich volgens de IAO wereldwijd ongeveer 21 miljoen mannen, vrouwen en kinderen in een of andere vorm van slavernij bevinden; benadrukt dat het mensenrechtenvraagstuk op holistische wijze en in zijn geheel moeten worden aangepakt, waarbij een sterke nadruk wordt gelegd en sterk en met bindende doelstellingen wordt ingezet op zowel burger- als politieke rechten en economische, sociale, culturele en milieugerelateerde rechten, aangezien zonder deze rechten geen ontwikkeling kan plaatsvinden; benadrukt dat de dieperliggende oorzaken van armoede moeten worden aangepakt; benadrukt dat de internationale arbeidsnormen moeten worden geëerbiedigd, overeenkomstig de Agenda voor waardig werk van de IAO, en roept op tot de totstandbrenging van een universeel minimum aan sociale bescherming; is van mening dat sociale vraagstukken centraler moeten staan in de buitenlandse betrekkingen van de EU; acht het in deze context betreurenswaardig dat de EU geen standaardmodel heeft voor een "sociale clausule" die kan worden opgenomen in alle handelsovereenkomsten met derde landen; roept de EU er daarom toe op een hoofdstuk over ontwikkeling en een sociale clausule waarin de fundamentele arbeidsnormen van de IAO worden weerspiegeld, op te nemen in al haar handelsovereenkomsten met derde landen;

Q. in der Erwägung, dass es einen eindeutigen Zusammenhang zwischen Korruption und Menschenrechtsverletzungen gibt; in der Erwägung, dass Korruption im öffentlichen und privaten Leben Ungleichheit und Diskriminierung Vorschub leistet und verschlimmert und dadurch verhindert, dass alle Menschen ihre bürgerlichen, politischen, wirtschaftlichen, sozialen und kulturellen Recht in gleichem Maße wahrnehmen können; in der Erwägung, dass es Belege dafür gibt, dass Korruption häufig mit Menschenrechtsverletzungen, Machtmissbrauch und fehlender Rechenschaftspflicht einhergeht;
Q. overwegende dat er een duidelijk verband bestaat tussen corruptie en schendingen van de mensenrechten; overwegende dat corruptie in de openbare en de particuliere sector ongelijkheid en discriminatie veroorzaakt en verergert, en zo dus het gelijke genot van burger-, politieke, economische, sociale en culturele rechten verhindert; overwegende dat bewezen is dat gevallen van corruptie vaak verband houden met mensenrechtenschendingen, machtsmisbruik en het ontbreken van verantwoordingsplicht;

4. stellt mit großer Sorge fest, dass nach Angaben der Internationalen Arbeitsorganisation (IAO) etwa 21 Millionen Männer, Frauen und Kinder weltweit in Sklaverei leben; hebt hervor, dass die Menschenrechte insbesondere durch ein entschiedenes und verbindliches Engagement sowohl für die bürgerlichen und politischen Rechte als auch für die wirtschaftlichen, sozialen, kulturellen und ökologischen Rechte auf eine ganzheitliche und unteilbare Weise zu achten sind, da es ohne diese Rechte keine Entwicklung geben kann; betont, dass die Ursachen für die Armut beseitigt werden müssen; weist insbesondere auf die Verpflichtung hin, die in der Agenda für menschenwürdige Arbeit (der IAO) festgelegten internationalen arbeitsrechtlichen Normen einzuhalten, und fordert, dass ein allgemeiner sozialer Basisschutz eingeführt wird; ist der Ansicht, dass soziale Fragen in den Außenbeziehungen der EU stärker im Blickpunkt stehen sollten; bedauert in diesem Zusammenhang, dass die EU über keine einheitliche Formel für eine „Sozialklausel“ verfügt, die in alle externen Handelsabkommen aufzunehmen wäre; fordert die EU demzufolge nachdrücklich auf, alle externen Handelsabkommen um ein Kapitel über Entwicklung und eine Sozialklausel zu ergänzen, die die Kernarbeitsnormen der IAO umfasst;
4. stelt tot zijn grote verontrusting vast dat er zich volgens de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) wereldwijd ongeveer 21 miljoen mannen, vrouwen en kinderen in een of andere vorm van slavernij bevinden; benadrukt dat het mensenrechtenvraagstuk op holistische wijze en in zijn geheel moeten worden aangepakt, waarbij een sterke nadruk wordt gelegd en sterk en met bindende doelstellingen wordt ingezet op zowel burger- als politieke rechten en economische, sociale, culturele en milieugerelateerde rechten, aangezien zonder deze rechten geen ontwikkeling kan plaatsvinden; benadrukt dat de dieperliggende oorzaken van armoede moeten worden aangepakt; benadrukt dat de internationale arbeidsnormen moeten worden geëerbiedigd, overeenkomstig de Agenda voor waardig werk van de IAO, en roept op tot de totstandbrenging van een universeel minimum aan sociale bescherming; is van mening dat sociale vraagstukken centraler zouden moeten staan in de buitenlandse betrekkingen van de EU; betreurt in deze context dat de EU geen standaardmodel heeft voor een "sociale clausule" die kan worden opgenomen in alle handelsovereenkomsten met derde landen; roept de EU er dan ook toe op een hoofdstuk over ontwikkeling en een sociale clausule waarin de fundamentele arbeidsnormen van de IAO worden weerspiegeld, op te nemen in al haar handelsovereenkomsten met derde landen;

119. begrüßt, dass die Leitlinien des Menschenrechtsrats der VN zu extremer Armut und Menschenrechten auf der Interdependenz und Unteilbarkeit sämtlicher Menschenrechte sowie den Beteiligungs- und Mitgestaltungsgrundsätzen von Menschen, die in extremer Armut Leben, gegründet sind; besteht auf der Untrennbarkeit von extremer Armut und Menschenrechten: einerseits werden in extremer Armut lebende Menschen häufig gleichzeitig ihrer bürgerlichen, politischen, wirtschaftlichen und sozialen Menschenrechte beraubt, andererseits ist ein Ansatz zur Bekämpfung extremer Armut, der auf den Menschenrechten fußt, für das Verstehen und das Bekämpfen dieser Armut von grundlegender Bedeutung; fordert den Rat auf, diesen Ansatz im Wirtschafts- und Sozialrat der Vereinten Nationen zu unterstützen;
119. is verheugd dat de basisbeginselen van de VN-Mensenrechtenraad op het vlak van extreme armoede en mensenrechten gestoeld zijn op de onderlinge afhankelijkheid en ondeelbaarheid van alle mensenrechten, alsook op de beginselen van participatie en empowerment van mensen die in extreme armoede leven; wijst erop dat extreme armoede en mensenrechten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn: enerzijds zijn mensen die in extreme armoede leven vaak ook verstoken van hun burgerlijke, politieke, economische en sociale mensenrechten; anderzijds kan de bestrijding van de extreme armoede alleen goed kan worden vormgegeven en succesvol zijn als deze geschoeid wordt op de leest van de mensenrechten; verzoekt de Raad om zich in het kader van de Economische en Sociale Raad van de VN hard te maken voor deze insteek;

In dem Bericht bestätigt die Kommission, dass sich der Begriff „Armut“ und der Ausdruck „soziale Ausgrenzung“ auf Situationen beziehen, in denen die Menschen an einer vollen Teilnahme am wirtschaftlichen, sozialen und bürgerlichen Leben gehindert werden und/oder deren Zugang zu Einkommen und anderen Ressourcen (persönlich, familiär, sozial und kulturell) so unzureichend ist, dass sie von der Teilhabe an einem Lebensstandard und an einer Lebensqualität ausgeschlossen sind, die in der Gesellschaft, in der sie leben, als akzeptabel angesehen wird.
In haar verslag bevestigt de Commissie dat de begrippen "armoede" en "sociale uitsluiting" betrekking hebben op situaties waarin personen verhinderd zijn ten volle aan het economisch, sociaal en maatschappelijk leven deel te nemen en/of wanneer zij onvoldoende toegang hebben tot een inkomen of andere (persoonlijke, gezins-, sociale en culturele) middelen, zodat zij niet de levensstandaard of -kwaliteit genieten die door de maatschappij waarin zij leven als aanvaardbaar wordt geacht.

3. Der Rat und die Vertreter der Regierungen der Mitgliedstaaten heben hervor, dass die Integrationspolitik der Mitgliedstaaten weiter gestärkt werden muss, damit das gesellschaftliche Zusammenleben von Menschen mit unterschiedlichen Hintergründen gemeistert, allen Formen von Diskriminierung und Intoleranz begegnet, der soziale Zusammenhalt aufrechterhalten und nicht zuletzt sichergestellt werden kann, dass die Zuwanderer ihr Potenzial voll entfalten und am sozialen, wirtschaftlichen, kulturellen und bürgerlichen Leben des betreffenden Mitgliedstaats so weit irgend möglich teilhaben können.
3. De Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten wijzen erop dat het integratiebeleid van de lidstaten verder moet worden versterkt, wil men in staat zijn om door diversiteit gekenmerkte maatschappijen te besturen, elke vorm van discriminatie en onverdraagzaamheid tegen te gaan, de sociale cohesie in stand te houden en ervoor te zorgen dat immigranten zich ten volle kunnen ontplooien en in de ruimst mogelijke zin aan het sociale, economische, culturele en gemeenschapsleven van de gastlidstaat kunnen deelnemen.