Vertaling van "sowie in artikel 7a des atmf genannten möglichkeiten " (Duits → Nederlands) :

Artikel 7 § 1a, Änderung des Wortlauts wie folgt: „In Übereinstimmung mit diesen Einheitlichen Rechtsvorschriften haben Fahrzeuge den zum Zeitpunkt des Antrags auf Zulassung, Aufrüstung oder Erneuerung anwendbaren ETV zu entsprechen.hierbei sind die Migrationsstrategie für die Anwendung der ETV gemäß Artikel 8 § 2a und Artikel 8 § 4 Buchstabe f der APTU sowie die in Artikel 7a des ATMF genannten Möglichkeiten für Abweichungen zu berücksichtigendiese Entsprechung ist über die gesamte Verwendungsdauer des Fahrzeugs aufrecht zu erhalten.
Wijzig de tekst van artikel 7, lid 1 bis, als volgt: „Voertuigen moeten voldoen aan de UTP's die gelden op het tijdstip van het verzoek tot toelating, verbetering of vernieuwing, overeenkomstig deze uniforme regelenen rekening houdend met de migratiestrategie voor de toepassing van de UTP's, zoals uiteengezet in artikel 8, § 2a, en artikel 8, § 4, onder f), van de APTU, en de mogelijkheden tot afwijking zoals uiteengezet in artikel 7a van de ATMF; elk voertuig moet tijdens het gebruik voortdurend voldoen aan de UTP's.

Die PNR-Zentralstelle ist auch für den Austausch von PNR-Daten und der Ergebnisse von deren Verarbeitung mit den PNR-Zentralstellen anderer Mitgliedstaaten und mit Europol gemäß Artikel 7 und Artikel 7a sowie für die Durchführung der in Artikel 4 genannten Überprüfungen zuständig.
De passagiersinformatie-eenheid is tevens belast met de uitwisseling van PNR-gegevens en de resultaten van de verwerking van die gegevens met de passagiersinformatie-eenheden van andere lidstaten en met Europol, overeenkomstig de artikelen 7 en 7 bis, en is belast met de uitvoering van de in artikel 4 bedoelde beoordelingen.

(3) Die Meldungen müssen insbesondere die Bezeichnung und die Zahl der erworbenen oder veräußerten Finanzinstrumente, Volumen, Datum und Zeitpunkt des Abschlusses, den Kurs und Angaben zur Identifizierung der Kunden enthalten, in deren Namen die Wertpapierfirma das Geschäft abgeschlossen hat, Angaben zu den Personen und Computeralgorithmen in der Wertpapierfirma, die für die Anlageentscheidung und Ausführung des Geschäfts verantwortlich sind, Angaben zu der für das Geschäft in Anspruch genommenen betreffenden Ausnahme, Möglichkeiten zur Ermittlung der betreffenden Wertpapierfirmen sowie Angaben zur Ermittlung von Leerverkäufen im Sinne von Artikel 2 Absatz 1 Buchstabe b der Verordnung (EU) Nr. 236/2012 in Bezug auf in den Anwendungsbereich der Artikel 12, 13 und 17 der genannten Verordnung fallende Aktien und öffentliche Schuldtitel.
3. De meldingen behelzen met name de naam en het aantal van de gekochte of verkochte financiële instrumenten, de hoeveelheid, de datum en het tijdstip van de transactie, de prijs van de transactie, een kenmerk ter identificatie van de cliënten namens wie de beleggingsonderneming de transactie heeft uitgevoerd, een kenmerk ter identificatie van de personen en de computeralgoritmen die binnen de beleggingsonderneming verantwoordelijk zijn voor het beleggingsbesluit en de uitvoering van de transactie, informatie ter identificatie van de toepasselijke ontheffing met gebruikmaking waarvan de transactie heeft plaatsgevonden, een kenmerk ter identificatie van de betrokken beleggingsondernemingen en informatie ter identificatie van een shorttransactie als gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 236/2012 met betrekking tot aandelen en overheidsschuld binnen de reikwijdte van de artikelen 12, 13 en 17 van die verordening.

Sie legen dem Ausschuss die in Artikel 7a genannten Abwicklungspläne sowie etwaige Aktualisierungen zusammen mit einer begründeten Bewertung der Abwicklungsfähigkeit des betroffenen Instituts gemäß Artikel 8 vor.
Zij leggen de in artikel 7 bis bedoelde afwikkelingsplannen, alsmede eventuele aanpassingen daarvan, aan de afwikkelingsraad voor, vergezeld van een met redenen omklede beoordeling van de afwikkelbaarheid van de betrokken instelling overeenkomstig artikel 8.

In diesem Fall stellt der betreffende Mitgliedstaat sicher, dass der Infrastrukturbetreiber die in Artikel 3 Absatz 2 genannten Aufgaben wahrnimmt und organisatorisch sowie in seinen Entscheidungen gemäß den Anforderungen der Artikel 7a bis 7c von Eisenbahnunternehmen unabhängig ist’.
In dat geval waarborgen de betrokken lidstaten dat de infrastructuurbeheerder alle in artikel 3, punt 2, bedoelde functies uitoefent en dat zijn besluitvorming en organisatie volledig onafhankelijk zijn van alle spoorwegondernemingen overeenkomstig de in de artikelen 7 bis, 7 ter en 7 quater vastgestelde eisen.

(7a) Da die negativen Auswirkungen im Bereich Umwelt und Klima oftmals durch Handlungen in den Nachbarstaaten der Union herbeigeführt werden, sollte, um die Erfüllung strategischer Anforderungen sicherzustellen und eine Beeinträchtigung der Umweltqualität zu vermeiden, den Regionen an den Außengrenzen der Union, den ÜLG sowie den Regionen in äußerster Randlage besondere Aufmerksamkeit geschenkt werden; ferner ist zu berücksichtigen, dass die französischen Regionen in äußerster Randlage von Natura 2000 aufgrund der Tatsache ausgeschlossen sind, dass in den Richtlinien 92/43/EG und 2009/147/EG die Tier- und Pflanzenarten und natürlichen Lebensräume dieser Regionen weder berücksichtigt noch aufgeführt sind; Unter Berücksichtigung der „Botschaft von La Réunion“ vom Juli 2008 und der Schlussfolgerungen des Rates vom 10. Dezember 2011, in denen die Kommission und die Mitgliedstaaten darin bestärkt werden, ein gemeinsames Vorgehen beim Naturschutz im gesamten Gebiet der Union, auch in den Regionen in äußerster Randlage und den überseeischen Ländern und Gebieten der Mitgliedstaaten, zu fördern, sowie der Mitteilung der Kommission „Biologische Vielfalt – Lebensversicherung und Naturkapital: Eine Biodiversitätsstrategie der EU für das Jahr 2020“, in der die Kommission zugesagt hat, die BEST-Initiative (Biodiversity and Ecosystem Services in Territories of European Overseas) auszuweiten und zu fördern, sollte in dieser Verordnung im Rahmen des Teilprogramms „Umwelt“ ein spezifischer Schwerpunktbereich Biodiversität und die Ökodienstleistungen in den in Artikel 349 des Vertrags genannten Regionen in äußerster Randlage festgelegt werden und damit die vorbereitende Maßnahme im Rahmen von BEST, die 2011 eingeleitet wurde und sich als sehr erfolgreich erwiesen hat, konsolidiert werden; gemäß Artikel 58 des Beschlusses des Rates über die Assoziation der überseeischen Länder und Gebiete mit der Europäischen Gemeinschaft (Übersee-Assoziationsbeschluss)können überseeische Länder un ...
(7 bis) Aangezien de activiteiten van landen in de omgeving van de Unie vaak schadelijke gevolgen hebben voor het milieu en het klimaat, moet speciale aandacht uitgaan naar de buitengrenzen van de Unie, landen en gebieden overzee en naar de ultraperifere regio's om te zorgen voor de nodige strategische garanties en om schade aan het milieu te voorkomen; overwegende bovendien dat de Franse ultraperifere regio's zijn uitgesloten van Natura 2000 daar de fauna, flora en habitats van deze regio's niet in Richtlijn 92/43/EG en Richtlijn 2009/147/EG zijn opgenomen; gezien de boodschap van Réunion van juli 2008 en overeenkomstig de conclusies van de Raad van 10 december 2011, waarin de Commissie en de lidstaten ertoe worden aangespoord een gezamenlijke benadering te ondersteunen voor wat betreft de bescherming van de natuur op het volledige grondgebied van de Unie, met inbegrip van de ultraperifere regio's en de landen en gebieden overzee die tot de lidstaten behoren, en overeenkomstig de mededeling van de Commissie met als titel "Onze levensverzekering, ons natuurlijk kapitaal: een EU-biodiversiteitsstrategie voor 2020", waarin de Commissie zich ertoe verbindt het BEST-initiatief (voor biodiversiteit en ecosysteemdiensten in Europese gebieden overzee ) te steunen, moet in het subprogramma "milieu" van de huidige verordening specifieke prioritaire ruimte worden gegeven aan de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten in de ultraperifere regio's als bedoeld in artikel 349 van het Verdrag, waarmee de voorbereidende BEST-actie wordt verankerd die in 2011 is gestart en zeer succesvol is gebleken; en zoals aangegeven in artikel 58 van Besluit 2001/822/EG van de Raad van 2001 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Gemeenschap ("LGO-besluit")moeten de landen en gebieden overzee kunnen deelnemen aan de communautaire programma's wanneer zij voldoen aan de voorschriften en doelstellingen van de programma's en de nadere bepalingen die gelden voor ...

die Möglichkeit der Einführung zusätzlicher Maßnahmen, mit deren Hilfe Anbieter, wie in Artikel 7a Absatz 2 Buchstabe c der vorliegenden Richtlinie angegeben, die Lebenszyklustreibhausgasemissionen pro Energieeinheit um 2 % gegenüber dem in Artikel 7a Absatz 5 Buchstabe b genannten Basiswert für Kraftstoffe mithilfe von Gutschriften mindern, die im Rahmen des Mechanismus für umweltverträgliche Entwicklung des Kyoto-Protokolls unter den Bedingungen der Richtlinie 2003/87/EG erworben werden, um weitere Möglichkeiten zur Erreichung eines Zieles der Minderung von Treibhausgasemissionen von bis zu 10 % bis 2020 zu prüfen.
de mogelijkheid voor leveranciers om aanvullende maatregelen in te voeren om broeikasgasemissies gedurende de levenscyclus met 2 % per eenheid energie te verminderen ten opzichte van de in artikel 7 bis, lid 5, onder b), bedoelde uitgangsnorm voor brandstoffen, via het gebruik van via het mechanisme voor schone ontwikkeling van het Kyotoprotocol aangekochte kredieten overeenkomstig de voorwaarden van Richtlijn 2003/87/EG neergelegde voorwaarden, teneinde eventuele verdere bijdragen te evalueren om per 2020 een reductie van 10 % van broeikasgassen te verwezenlijken, zoals bedoeld in artikel 7 bis, lid 2, onder c), van deze richtlijn.

i)die Möglichkeit der Einführung zusätzlicher Maßnahmen, mit deren Hilfe Anbieter, wie in Artikel 7a Absatz 2 Buchstabe c der vorliegenden Richtlinie angegeben, die Lebenszyklustreibhausgasemissionen pro Energieeinheit um 2 % gegenüber dem in Artikel 7a Absatz 5 Buchstabe b genannten Basiswert für Kraftstoffe mithilfe von Gutschriften mindern, die im Rahmen des Mechanismus für umweltverträgliche Entwicklung des Kyoto-Protokolls unter den Bedingungen der Richtlinie 2003/87/EG erworben werden, um weitere Möglichkeiten zur Erreichung eines Zieles der Minderung von Treibhausgasemissionen von bis zu 10 % bis 2020 zu prüfen.
i)de mogelijkheid voor leveranciers om aanvullende maatregelen in te voeren om broeikasgasemissies gedurende de levenscyclus met 2 % per eenheid energie te verminderen ten opzichte van de in artikel 7 bis, lid 5, onder b), bedoelde uitgangsnorm voor brandstoffen, via het gebruik van via het mechanisme voor schone ontwikkeling van het Kyotoprotocol aangekochte kredieten overeenkomstig de voorwaarden van Richtlijn 2003/87/EG neergelegde voorwaarden, teneinde eventuele verdere bijdragen te evalueren om per 2020 een reductie van 10 % van broeikasgassen te verwezenlijken, zoals bedoeld in artikel 7 bis, lid 2, onder c), van deze richtlijn.

die Möglichkeit der Einführung zusätzlicher Maßnahmen, mit deren Hilfe Anbieter, wie in Artikel 7a Absatz 2 Buchstabe c der vorliegenden Richtlinie angegeben, die Lebenszyklustreibhausgasemissionen pro Energieeinheit um 2 % gegenüber dem in Artikel 7a Absatz 5 Buchstabe b genannten Basiswert für Kraftstoffe mithilfe von Gutschriften mindern, die im Rahmen des Mechanismus für umweltverträgliche Entwicklung des Kyoto-Protokolls unter den Bedingungen der Richtlinie 2003/87/EG erworben werden, um weitere Möglichkeiten zur Erreichung eines Zieles der Minderung von Treibhausgasemissionen von bis zu 10 % bis 2020 zu prüfen;
de mogelijkheid voor leveranciers om aanvullende maatregelen in te voeren om broeikasgasemissies gedurende de levenscyclus met 2 % per eenheid energie te verminderen ten opzichte van de in artikel 7 bis, lid 5, onder b), bedoelde uitgangsnorm voor brandstoffen, via het gebruik van via het mechanisme voor schone ontwikkeling van het Kyotoprotocol aangekochte kredieten overeenkomstig de voorwaarden van Richtlijn 2003/87/EG neergelegde voorwaarden, teneinde eventuele verdere bijdragen te evalueren om per 2020 een reductie van 10 % van broeikasgassen te verwezenlijken, zoals bedoeld in artikel 7 bis, lid 2, onder c), van deze richtlijn;