(3) Das Programm steht im Einklang mit der einzelstaatlichen Kulturstrategie oder -politik des jeweiligen Mitgliedstaats oder, soweit im Rahmen des institutionellen Gefüges eines Mitgliedstaats zutreffend, einer regionalen Kulturstrategie, sofern eine solche Strategie oder Politik nicht auf die Beschränkung der Zahl der Städte abzielt, die für die Ernennung zur Kulturhauptstadt Europas im Rahmen dieses Beschlusses berücksichtigt werden können.
3. Het programma moet consistent zijn met de nationale cultuurstrategie of het nationale beleid van de desbetreffende lidstaat, of, conform de institutionele inrichting van de lidstaat, met de regionale cultuurstrategieën, op voorwaarde dat die strategie of dat beleid niet het aantal steden beperkt dat conform dit besluit als Culturele Hoofdstad kan worden aangewezen.
