(2) Die Systeme sowie die Netze und Dienste, die aus den Programmen Galileo und EGNOS hervorgehen, sind kompatibel und interoperabel mit anderen Satellitennavigationssystemen und auch mit konventionellen Funknavigationsmitteln, sofern solche Kompatibilitäts- und Interoperabilitätsanforderungen in einem gemäß Artikel 29 geschlossenen internationalen Abkommen festgelegt ist.
2. De systemen en netwerken en diensten die resulteren uit de Galileo en Egnos programma's zijn compatibel en operabel met andere satellietnavigatiesystemen en met conventionele radionavigatiemiddelen, indien zodanige vereisten van compatibiliteit en interoperabiliteit in een krachtens artikel 29 gesloten internationale overeenkomst zijn vastgelegd .