Der unter Rdnr. 45 f) des Aktionsplans des Rates und der Kommission zur bestmöglichen Umsetzung der Bestimmungen des Amsterdamer Vertrags über den Aufbau eines Raum
s der Freiheit, der Sicherheit und des Rechts enthaltende
Gedanke der gegenseitigen Anerkennung wurde vom Europäischen Rat von Tampere im Oktober 1999 aufgegr
iffen, der betonte, dass dieser Grundsatz "zum Eckstein der justitiellen Zusammenarbeit sowohl in Zivil- als auch ein Strafsachen innerhalb der Union werde
...[+++]n sollte" (Rdnrn. 33 bis 37).
Het beginsel van de wederzijdse erkenning - waarnaar wordt verwezen in punt 45, onder f), van het op 3 december 1998 aangenomen actieplan van de Raad en de Commissie over hoe de bepalingen van het Verdrag van Amsterdam inzake de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid het best kunnen worden uitgevoerd - werd onderschreven door de Europese Raad van Tampere van oktober 1999, die van oordeel was dat het "de hoeksteen van de justitiële samenwerking binnen de Unie zou moeten worden in zowel burgerrechtelijke als strafzaken" (punten 33 tot en met 37).