Vertaling van "sich anhängefahrzeug " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Anhängefahrzeug | Industrie-Anhänger
aanhangwagen

alternieren | sich abwechseln
alterneren | elkaar afwisselen

Dokument, aus dem sich ergibt, dass die Zustimmung erteilt worden ist
document waaruit blijkt dat de toestemming is verleend

befinden (sich)
gevestigd zijn

zurückziehen (sich)
terugtrekken (zich)

bewerben (sich)
een kandidatuur indienen

chronisch | langsam sich entwickelnd
chronisch | slepend

Desorientierung | mangelhafte Fähigkeit sich zu orientieren
desoriëntatie | verlies van besef voor tijd en ruimte

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Technisch zulässige Anhängelast(en) für jedes Fahrgestell/jede Konfiguration der Bremsanlage des Anhängefahrzeugs der Klasse R oder S gemäß Eintrag 4.1.3 der Dateneintragungen im Beschreibungsbogen in Teil B von Anhang I dieser Verordnung (2) in folgendem Format: „B-1“ ungebremst, „B-2“ Auflaufbremse, „B-3“ durchgehende oder halbdurchgehende Bremse, „B-4“ hydraulisch oder pneumatisch gebremst, „T-1“ Deichsel-Anhängefahrzeug, „T-2“ Starrdeichsel-Anhängefahrzeug, „T-3“ Zentralachs-Anhängefahrzeug,
technisch toelaatbare getrokken massa('s) voor elke chassis/remfiguratie van het getrokken voertuig van categorie R of S overeenkomstig punt 4.1.3 van de vermeldingen in het inlichtingenformulier volgens deel B van bijlage I (2) onder de volgende vorm: „B-1” niet-geremd, „B-2” met oplooprem, „B-3” met continu- of halfcontinuremming, „B-4” met hydraulische of pneumatische rem, „t-1” dissel, „t-2” stijve dissel, „t-3” middenas;

3.5.3. Für Fahrzeuge der Klassen R und S 1 — Typ des Fahrgestells: Deichsel-Anhängefahrzeug/ Starrdeichsel-Anhängefahrzeug/Zentralachs-Anhängefahrzeug/andere (4) (falls andere, welche: .)
3.5.3. Voor voertuigen van de categorieën T en C: type chassis: dissel/stijvel dissel/middenas/ander (4) (indien ander: specificeer: .)

4.1.4. In einer Zugmaschine, die mit einem Anhängefahrzeug über eine elektrische Steuerleitung elektrisch verbunden ist, muss dem Fahrzeugführer nach den Vorschriften von Nummer 5.2.4 eindeutig angezeigt werden, wenn vom Anhängefahrzeug die Störmeldung übermittelt wird, nach der die in einem beliebigen Teil der Betriebsbremsanlage des Anhängefahrzeugs gespeicherte Energie unter die Warngrenze absinkt.
4.1.4. Een trekker die via een elektrische bedieningsleiding is aangesloten op een getrokken voertuig moet de bestuurder een duidelijke waarschuwing geven als het getrokken voertuig de foutmelding doorgeeft dat de in enig onderdeel van het bedrijfsremsysteem van het getrokken voertuig opgeslagen energie onder het in punt 5.2.4 genoemde kritieke niveau komt.

2.12. Anhängefahrzeuge, bei denen die Energiespeicher der Druckluftbremsanlage zur Erfüllung der Anforderungen an die selbsttätige Bremse nach Anhang II Nummer 3.2.3 eingesetzt werden, müssen ebenfalls eine der folgenden Anforderungen erfüllen, wenn das Anhängefahrzeug von der Zugmaschine abgekuppelt ist und die Betätigungseinrichtung der Feststellbremse des Anhängefahrzeugs sich in gelöster Stellung befindet (Federspeicherbremsen nicht betätigt):
2.12. Getrokken voertuigen die gebruik maken van de energiereserves van het drukluchtremsysteem om te voldoen aan de voorschriften voor de automatische remmen van punt 3.2.3 van bijlage II, moeten ook aan een van de volgende voorschriften voldoen wanneer het getrokken voertuig is losgekoppeld van de trekker en het bedieningsorgaan van de parkeerrem van het getrokken voertuig in de niet-geactiveerde stand staat (veerremmen niet geactiveerd):

Bei einer Zugmaschine mit einer elektrischen Steuerleitung muss, wenn sie mit einem Anhängefahrzeug mit einer elektrischen Steuerleitung elektrisch verbunden ist, das Warnsignal nach Nummer 2.2.1.29.1.1 auch verwendet werden, um bestimmte Störungen in der Bremsanlage des Anhängefahrzeugs anzuzeigen, sobald von dem Anhängefahrzeug eine entsprechende Störmeldung über das Datenübertragungsteil der elektrischen Steuerleitung übermittelt wird.
Bij elektrische aansluiting van een trekker met een elektrische bedieningsleiding op een getrokken voertuig met een elektrische bedieningsleiding moet het in punt 2.2.1.29.1.1 beschreven waarschuwingssignaal tevens worden gebruikt om bepaalde storingen in de remuitrusting van het getrokken voertuig aan te geven zodra het getrokken voertuig de desbetreffende storingsinformatie verzendt via het datacommunicatiegedeelte van de elektrische bedieningsleiding.