In ihrem Erwiderungsschriftsatz führt die klagende Partei an, dass der Ministerrat lediglich bemüht sei zu beweisen, dass es notwendig gewesen sei, eine mit den Regionen abgesprochene Politik zur Behandlung der Sexualkriminalität zu führen, ohne jedoch die Frage zu beantworten, ob er somit eine ausschliessliche Zuständigkeit des Föderalstaates aufgeben könne.
In haar memorie van antwoord betoogt de verzoekende partij dat de Ministerraad enkel tracht aan te tonen dat het noodzakelijk was in overleg met de gewesten een beleid te voeren op het vlak van de behandeling van de seksuele delinquentie, zonder echter in te spelen op de vraag of aldus kan worden afgestapt van een exclusieve bevoegdheid van de federale Staat.