Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Europäische Seite
Gemeinsame Seite
Geschlossene Seite
Glatte Seite
Haut von Bällen auf die richtige Seite ziehen
Länderspezifisch gestaltete Seite
Nationale Seite
Traumatisierten Kindern zur Seite stehen
Web-Seite

Vertaling van "seit vorerwähnten " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
länderspezifisch gestaltete Seite | nationale Seite

nationale zijde




europäische Seite | gemeinsame Seite

Europese zijde | gemeenschappelijke zijde






Haut von Bällen auf die richtige Seite ziehen

buitenlaag van ballen binnenstebuiten keren


traumatisierten Kindern zur Seite stehen

kinderen ondersteunen die een trauma hebben beleefd | kinderen ondersteunen die een trauma hebben ervaren | kinderen ondersteunen die een trauma hebben meegemaakt
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Die Vorabentscheidungsfrage betrifft die Bedingung im Sinne von Artikel 40bis § 2 Absatz 1 Nr. 2 Buchstabe a) des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, insbesondere seit dem Inkrafttreten des vorerwähnten Gesetzes vom 2. Juni 2013 und insbesondere von Artikel 1476bis des Zivilgesetzbuches, wobei eine ähnliche Bestimmung wie diejenige von Artikel 146bis desselben Gesetzbuches, das auf die Ehen anwendbar ist, eingefügt wurde.

De prejudiciële vraag heeft betrekking op de voorwaarde bepaald in artikel 40bis, § 2, eerste lid, 2°, a), van de wet van 15 december 1980, in het bijzonder sinds de inwerkingtreding van de voormelde wet van 2 juni 2013 en inzonderheid van artikel 1476bis van het Burgerlijk Wetboek, dat een bepaling heeft ingevoegd die vergelijkbaar is met die van artikel 146bis van hetzelfde Wetboek dat op de huwelijken van toepassing is.


Seit dem Inkrafttreten des vorerwähnten Artikels 1476bis des Zivilgesetzbuches gilt das Gleiche im Fall des gesetzlichen Zusammenwohnens.

Sinds de inwerkingtreding van het voormelde artikel 1476bis van het Burgerlijk Wetboek geldt dat ook voor de wettelijke samenwoning.


Es obliegt dem Gerichtshof, den vorerwähnten Artikel 42 § 1 auf seine Vereinbarkeit mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung hin zu prüfen, gegebenenfalls unter Berücksichtigung von Elementen, die seit einem vorher ergangenen Entscheid, in dem über eine analoge oder identische Rechtsfrage befunden worden wäre, aufgetreten sind.

Het komt het Hof toe de bestaanbaarheid van het voormelde artikel 42, § 1, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet te toetsen, in voorkomend geval rekening houdend met elementen die zich hebben voorgedaan sinds een voordien gewezen arrest waarbij uitspraak zou zijn gedaan over een analoge of identieke rechtsvraag.


Künftig ist zur Anwendung des vorerwähnten Gesetzes unter Zusammenwohnenden zu verstehen: zwei Personen verschiedenen Geschlechts, die eine Erklärung über das gesetzliche Zusammenwohnen abgegeben haben, oder zwei Personen verschiedenen Geschlechts, die zum Zeitpunkt der Einreichung des Ersuchens um Adoption auf beständige und affektive Weise seit mindestens drei Jahren zusammenleben, sofern sie nicht durch ein Verwandtschafts- oder Verschwägerungsverhältnis miteinander verbunden sind, das zu einem Eheverbot führt, von dem sie durch de ...[+++]

Voortaan moet voor de toepassing van voormelde wet onder samenwonenden worden verstaan : twee personen van ongelijk geslacht die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd of twee personen van ongelijk geslacht die op een permanente en affectieve wijze samenwonen sedert ten minste drie jaar op het tijdstip van de indiening van het verzoek tot adoptie, voor zover zij niet door een band van bloedverwantschap of aanverwantschap zijn verbonden die leidt tot een huwelijksverbod waarvoor de Koning geen ontheffing kan verlenen » (Parl. St., Kamer, 2004-2005, DOC 51-1437/001 en DOC 51-1438/001, p. 149).


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
« Verstoßen die Artikel 63, 165 und 167 des Zivilgesetzbuches, an sich oder in Verbindung miteinander, indem sie gemäß der vorerwähnten Auslegung, die ihnen durch den Appellationshof Lüttich verliehen wurde, voraussetzen, dass die in Artikel 167 des Zivilgesetzbuches genannte Beschwerde in dem Fall für gegenstandslos zu erklären ist, dass sie zwar innerhalb einer Frist von einem Monat nach der Notifizierung der Entscheidung des Standesbeamten zur Weigerung, die Trauung vorzunehmen, eingereicht wird, jedoch nach Ablauf der ursprünglichen Eheschließungsfrist von sechs Monaten und 14 Tagen, insbesondere gegen die Artikel 10 und 11 der Verfa ...[+++]

« Schenden de artikelen 63, 165 en 167 van het Burgerlijk Wetboek, afzonderlijk genomen of met elkaar in samenhang gelezen, in zoverre zij, volgens de bovenvermelde interpretatie die eraan wordt gegeven door het Hof van Beroep te Luik, impliceren dat het beroep bedoeld in artikel 167 van het Burgerlijk Wetboek zonder voorwerp moet worden verklaard in de hypothese dat het weliswaar wordt uitgeoefend binnen de maand na de kennisgeving van de weigeringsbeslissing van de ambtenaar van de burgerlijke stand om het huwelijk te voltrekken maar na de oorspronkelijke termijn van 6 maanden en 14 dagen om het huwelijk te voltrekken, niet met name de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepa ...[+++]


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Entscheid vom 12. Mai 2016 in Sachen der öffentlich-rechtlichen Aktiengesellschaft « Proximus » (vormals « Belgacom ») gegen das Landesamt für soziale Sicherheit (LASS), dessen Ausfertigung am 17. Mai 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Arbeitsgerichtshof Mons folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Stehen die Artikel 48 und 207 des Programmgesetzes vom 2. August 2002 in Verbindung mit Artikel 46 des Gesetzes vom 30. März 1976 über Maßnahmen zur Verbesserung der wirtschaftlichen Lage und dem Erlass vom 18. Juni 1976 zur Ausführung dieses Gesetzes, insbesondere seinen Artikeln 2, 3, 4 Absatz 3, 5 und 6, im Wide ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 12 mei 2016 in zake de nv van publiek recht « Proximus » (voorheen « Belgacom ») tegen de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ), waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17 mei 2016, heeft het Arbeidshof te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Zijn de artikelen 48 en 207 van de programmawet van 2 augustus 2002, in samenhang gelezen met artikel 46 van de wet van 30 maart 1976 betreffende de economische herstelmaatregelen en het uitvoeringsbesluit van 18 juni 1976 ervan, meer bepaald de artikelen 2, 3, 4, derde lid, 5 en 6 ervan, in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, indien zij in die zin moeten word ...[+++]


Im Bericht an den König zu dem vorerwähnten königlichen Erlass heißt es: « [Seit] einer gewissen Zeit kommt es häufiger vor, dass Schuldner, die wegen der Zahlung von unleugbar geschuldeten Gebühren verfolgt werden, die Klage der Verwaltung lahm legen, indem sie die Sache vor Gericht bringen, ohne irgendeine ernsthafte Beweisführung, und es auf diese Weise schaffen, jahrelang die Zahlung ihrer Schulden hinauszuzögern.

In het verslag aan de Koning bij het voormelde koninklijk besluit wordt vermeld : « [Sinds] eenigen tijd, gebeurt het meer en meer dat schuldenaars vervolgd tot betaling van ontegensprekelijk verschuldigde rechten, de vordering van het bestuur verlammen door de zaak vóór het gerecht te brengen zonder eenige ernstige bewijsvoering en, zoo doende, ertoe geraken jaren lang de betaling hunner schuld te verdagen.


Die folgende Anlagen müssen beigefügt werden nach dem Erlass des im Belgischen Staatsblatt vom 30. Juli 2014 auf Seite 56186 veröffentlichten vorerwähnten Erlasses einzufügen.

De volgende bijlagen moeten toegevoegd worden na het bovenvermeld besluit, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 juli 2014, op bladzijde 56201.


3. « Verstösst Artikel 38 § 5 des königlichen Erlasses vom 16. März 1968 zur Koordinierung der Gesetze über die Strassenverkehrspolizei gegen den Verfassungsgrundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung und gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, in Verbindung mit dem allgemeinen Rechtsgrundsatz der Rechtssicherheit, indem er dem Richter (von den in Artikel 38 § 5 Absätze 2 und 3 des vorerwähnten königlichen Erlasses vorgesehenen gesetzlichen Ausnahmen abgesehen) die gesetzliche Verpflichtung auferlegt, die Entziehung der Fahrerlaubnis auszusprechen und die Wiedererlangung der Fahrerlaubnis mindestens vom Bestehen der theoretisch ...[+++]

3. « Schendt artikel 38, § 5, van het K.B. van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie en artikel 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het algemene rechtsbeginsel van de rechtszekerheid, door de rechter (behoudens de wettelijke uitzonderingen vervat in artikel 38, § 5, tweede en derde lid van het voormelde K.B) de wettelijke verplichting op te leggen om een verval van het recht tot sturen uit te spreken én het herstel van het recht tot sturen op zijn minst afhankelijk te maken van het slagen voor het theoretisch of praktisch examen indien hij veroordeelt wegens een overtreding begaan met een motorvoertuig die tot het ...[+++]


3. « Verstösst Artikel 38 § 5 des königlichen Erlasses vom 16. März 1968 zur Koordinierung der Gesetze über die Strassenverkehrspolizei gegen den Verfassungsgrundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung und gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, in Verbindung mit dem allgemeinen Rechtsgrundsatz der Rechtssicherheit, indem er dem Richter (von den in Artikel 38 § 5 Absätze 2 und 3 des vorerwähnten königlichen Erlasses vorgesehenen Ausnahmen abgesehen) die gesetzliche Verpflichtung auferlegt, die Entziehung der Fahrerlaubnis auszusprechen und die Wiedererlangung der Fahrerlaubnis mindestens vom Bestehen der theoretischen oder prakt ...[+++]

3. « Schendt artikel 38, § 5, van het K.B. van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie en artikel 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het algemene rechtsbeginsel van de rechtszekerheid, door de rechter (behoudens de wettelijke uitzonderingen vervat in artikel 38, § 5, tweede en derde lid van het voormelde K.B) de wettelijke verplichting op te leggen om een verval van het recht tot sturen uit te spreken én het herstel van het recht tot sturen op zijn minst afhankelijk te maken van het slagen voor het theoretisch of praktisch examen indien hij veroordeelt wegens een overtreding begaan met een motorvoertuig die tot het ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'seit vorerwähnten' ->

Date index: 2021-12-08
w