(2) Während einer Übergangsfrist bis zum 6. September 2018 können die Bestimmungsmitgliedstaaten in ihrem Hoheitsgebiet aus einem Drittland in die Union verbrachte Sendungen mit Salamandern annehmen, die nicht die Tiergesundheitsbedingungen gemäß Artikel 4 erfüllen, sofern deren Handhabung gemäß den Artikeln 5 bis 7 erfolgt.
2. Gedurende een overgangsperiode die tot 6 september 2018 loopt, mogen de lidstaten van bestemming uit derde landen in de Unie binnengebrachte zendingen salamanders die niet aan de voorwaarden inzake de diergezondheid van artikel 4 voldoen, op hun grondgebied toelaten op voorwaarde dat deze zendingen overeenkomstig de artikelen 5, 6 en 7 worden gehanteerd.