31. betont, dass Mittel- und Südosteuropa über ein großes – und zum Großteil noch nicht erschlossenes – Potenzial an Energie aus erneuerbaren Quell
en verfügt; stellt fest, dass die Zusammenarbeit und Koordinierung, was die langfristige Planung und den Aufbau einer mittel- und südosteuropäischen regionalen Netzinfrastruktur betrifft, über die Grenzen der EU hinausgehen muss, damit auch die nicht
der EU angehörenden Länder des Westbalkans und di
e Türkei einbezogen werden ...[+++]; fordert die Schaffung einer neuen Plat
tform, auf der alle wesentlichen Interessenträger in der Region gemeinsame Projekte zur vollständigen Ausschöpfung des Stromerzeugungspotenzials der Region erörtern und politisch unterstützen könnten; erkennt an, dass die im Februar 2015 eingesetzte hochrangige Gruppe für Erdgas-Verbindungsleitungen in Mittel- und Südosteuropa zu einer solchen Plattform
werden könnte, sofern ihr Mandat auf den Strombereich und die Beteiligung der nicht der EU angehörenden mittel- und südosteuropäischen Länder ausgedehnt wird; stellt fest, dass die Plattform es der Kommission ermöglichen würde, für Führung und politische Unterstützung zu sorgen;
31. onderstreept dat Centraal- en Zuidoost-Europa over enorme – en grotendeels niet geëxploiteerde – voorraden aan hernieuwbare energiebronnen beschikt; merkt op dat de samenwerking en coördinatie met het oog op de langetermijnplanning en de aanleg van een regionale netinfrastructuur in Centraal- en Zuidoost-E
uropa verder moeten gaan dan alleen de EU, zodat ook niet tot de EU beh
orende landen op de westelijke Balkan en Turkije hi
erbij worden betrokken; verzoek ...[+++]t om de instelling van een nieuw platform dat alle centrale belanghebbenden in de regio de mogelijkheid biedt te discussiëren over en politieke steun te verlenen aan gezamenlijke projecten om ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden in de regio tot stroomopwekking; is van mening dat de in februari 2015 opgerichte EU-Groep op hoog niveau gasconnectiviteit in Centraal- en Zuidoost-Europa zo'n platform zou kunnen worden, mits zijn mandaat met de elektriciteitssector wordt uitgebreid en ook niet-EU-landen uit Centraal- en Zuidoost-Europa eraan kunnen deelnemen; beseft dat het platform de Commissie in staat zou stellen een leidende rol te spelen en politieke steun te verlenen;