Artikel 24 § 5 der Verfassung enthalte die Legalitätsbedingung, die durch den Verfassungsgeber bewusst verstärkt worden sei, um der gesetzgebenden Gewalt die Regelungsbefugnis für essentielle Aspekte des Unterrichts bezüglich der Organisation, der Anerkennung und Bezuschussung vorzubehalten (Schiedshof, Nr. 33/92).
Artikel 24, § 5, van de Grondwet bevat de legaliteitsvereiste, die door de Grondwetgever bewust werd versterkt teneinde aan de wetgevende machten de bevoegdheid voor te behouden een regeling te treffen voor essentiële aspecten van het onderwijs wat de inrichting, erkenning en subsidiëring ervan betreft (Arbitragehof, nr. 33/92).
