Die Erwähnung des Begriffs « Delikt » in Artikel 19 der Verfassung zeigt, dass der Verfassungsgeber es dem Gesetzgeber in der Regel hat erlauben wollen, Massnahmen zur Bestrafung von Missbräuchen der Freiheit der Meinungsäusserung festzulegen, und dies nur, nachdem von dieser Freiheit Gebrauch gemacht wurde.
De vermelding van het begrip « misdrijf » in artikel 19 van de Grondwet toont aan dat de Grondwetgever de wetgever in de regel heeft willen toestaan om maatregelen tot bestraffing van misbruiken van de vrijheid van meningsuiting vast te stellen, en dit alleen nadat van die vrijheid gebruik is gemaakt.