13. weist darauf hin, dass die illegale Ausbeutung der natürlichen Ressourcen im Osten der Demokratischen Republik Kongo zur Finanzierung der Rebellengruppen und damit zur Instabilität in der Region beiträgt; hält es nach wie vor für wichtig, diese illegale Ausbeutung zu bekämpfen; fordert die kongolesische Regierung auf, den Rebellengruppen in Zusammenarbeit mit der MONUC ihre wirtschaftliche Grundlage zu entziehen, indem sie sie am Zugang zu den Bodenschätzen (vor allem Diamanten, Coltan und Gold) und Handelsverbindungen hindert;
13. wijst erop dat de illegale exploitatie van natuurlijke hulpbronnen in het oosten van de DRC een financieringsbron voor de rebellengroepen is en bijgevolg een bron van instabiliteit in de regio; herhaalt dat het belangrijk is deze illegale exploitatie te bestrijden; verzoekt in deze samenhang de Congolese autoriteiten om in samenwerking met MONUC de economische levensader van de rebellengroepen af te sluiten, door hun de toegang tot delfstoffen (met name diamant, coltan en goud) en handelsroutes te beletten;