Traduction de «rates sozialwirtschaft » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Initiative der Sozialwirtschaft
sociaal economie-initiatief

Vizepremierminister und Minister des Haushalts, der Sozialen Eingliederung und der Sozialwirtschaft
Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie

Minister des Haushalts, der Sozialen Eingliederung und der Sozialwirtschaft
Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie

Sozialwirtschaft [ Solidarwirtschaft ]
sociale economie [ informele economie | solidaire economie ]

Sozialwirtschaft
sociale economie

Unternehmen der Sozialwirtschaft
onderlinge maatschappij

Interfraktionelle Arbeitsgruppe Sozialwirtschaft
Interfractiewerkgroep Sociale economie

Rating-Analystin im Versicherungsbereich | Rating-Analyst im Versicherungsbereich | Rating-Analyst im Versicherungsbereich/Rating-Analystin im Versicherungsbereich
actuarieel analist | verzekeringsbeoordelaar | analist verzekeringspremies | premievaststeller

Beschluss (EU) [ Beschluss der Europäischen Zentralbank | Beschluss der Gemeinschaft | Beschluss des Europäischen Parlaments | Beschluss des Europäischen Rates | Beschluss des Rates | Entscheidung der Gemeinschaft | Entscheidung der Kommission | Entscheidung des Rates ]
besluit (EU) [ beschikking van de Commissie | beschikking van de Raad | besluit van de Europese Centrale Bank | besluit van de Europese Raad | besluit van het Europees Parlement | EG-beschikking ]

Richtlinie (EU) [ Richtlinie der Gemeinschaft | Richtlinie der Kommission | Richtlinie des Europäischen Parlaments und des Rates | Richtlinie des Rates ]
richtlijn (EU) [ communautaire richtlijn | richtlijn van de Commissie | richtlijn van de Raad | richtlijn van het Europees Parlement en de Raad | richtlijn van het Parlement en de Raad ]

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

14. JULI 2016 - Erlaß der Wallonischen Regierung zur Abänderung des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 31. Januar 2013 zur Bezeichnung der ordentlichen und stellvertretenden Mitglieder des Wallonischen Rates der Sozialwirtschaft ("Conseil wallon de l'Economie sociale") Die Wallonische Regierung, Aufgrund des Dekrets vom 20. November 2008 über die Sozialwirtschaft, Artikel 4 und 5; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 31. Januar 2013 zur Bezeichnung der ordentlichen und stellvertretenden Mitglieder des Wallonischen Rates der Sozialwirtschaft; In Erwägung des Schreibens des Wirtschafts- und Sozialrates der wallonischen Region vom 27. Juni 2016; Auf Vorschlag des Ministers für Wirtschaft, Industrie, Innovation und digitale Technologien; Nach Beratung,
14 JULI 2016. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 31 januari 2013 tot aanwijzing van de gewone en plaatsvervangende leden van de « Conseil wallon de l'économie sociale » (Waalse raad voor sociale économie) De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 20 november 2008 betreffende de sociale economie, artikelen 4 en 5; Besluit van de Waalse Regering van 31 januari 2013 tot aanwijzing van de gewone en plaatsvervangende leden van de « Conseil wallon de l'économie sociale »; Gelet op het schrijven van de « Conseil économique et social de Wallonie » (Sociaal-economische raad van Wallonië), gegeven op 27 juni 2016; Op de voordracht van de Minister van Economie, Industrie, Innovatie en Digitale Technologieën;

Artikel 1 - Artikel 1 § 1 Ziffer 1 des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 31. Januar 2013 zur Bezeichnung der ordentlichen und stellvertretenden Mitglieder des Wallonischen Rates der Sozialwirtschaft wird durch folgenden Wortlaut ersetzt: "1° Für die repräsentativen Arbeitnehmerorganisationen: - Herr Daniel Piron für die "Fédération générale du Travail de Belgique" (Allgemeiner Belgischer Arbeitnehmerverband); - Herr Michel Mathy für die "Fédération générale du Travail de Belgique" (Allgemeiner Belgischer Arbeitnehmerverband); - Herr Yannick Mercier für die "Confédération des Syndicats chrétiens" (Allgemeiner Christlicher Gewerkschaftsverband); - Herr Christian Peters für die "Confédération des Syndicats chrétiens" (Allgemeiner Christlicher Gewerkschaftsverband); ".
Artikel 1. Artikel 1, § 1, 1°, van het besluit van de Waalse Regering van 31 januari 2013 tot aanwijzing van de gewone en plaatsvervangende leden van de « Conseil wallon de l'économie sociale » wordt vervangen als volgt : « 1° voor de representatieve werknemersorganisaties : - M. Daniel Piron, van de « Fédération générale du Travail de Belgique »; - M. Michel Mathy, van de « Fédération générale du Travail de Belgique; - M. Yannick Mercier, van de « Confédération des Syndicats chrétiens »; - M. Christian Peters, van de « Confédération des Syndicats chrétiens ».

7. ersucht die Kommission darum, ein wirksames Mittel zur Bewältigung der sozialen Probleme der EU – insbesondere der Arbeitslosigkeit, der Qualifikationslücken, der sozialen Ungleichheiten und der Ausgrenzung sowie der Gefahr des Sozialdumpings und der Abwanderung von Fachkräften – zu finden; ist der Ansicht, dass hierfür eine wirtschaftliche Erholung und Investitionen zur Schaffung hochwertiger Arbeitsplätze, Sozialinvestitionen mit Schwerpunkt auf Fähigkeiten, Kinderbetreuung und Sozialdienstleistungen sowie die Sozialwirtschaft erforderlich sind; vertritt ferner die Auffassung, dass es hierzu zudem einer stärkeren Konvergenz bedarf, um dafür zu sorgen, dass eine Reihe grundlegender Sozialstandards in der gesamten Union gewährleistet sind; ist der Ansicht, dass in diesem Zusammenhang eine faire Arbeitskräftemobilität als Grundfreiheit im Binnenmarkt gefördert werden sollte; vertritt die Auffassung, dass unverzüglich konkrete Schritte zum Erreichen des versprochenen „AAA-Rating im sozialen Bereich“ eingeleitet werden müssen; fordert die Kommission auf, zu diesem Zweck eine engere Einbeziehung der Sozialpartner auf europäischer und nationaler Ebene zu fördern;
7. verzoekt de Commissie een krachtig antwoord te formuleren op de sociale problemen in de EU, met name werkloosheid, de vaardighedenkloof, sociale ongelijkheid en uitsluiting, alsook de gevaren van sociale dumping en de braindrain; meent dat deze situatie vraagt om economisch herstel en investeringen ter bevordering van het scheppen van hoogwaardige banen, op vaardigheden gerichte sociale investeringen, kinderopvang en andere maatschappelijke diensten, en de sociale economie; meent dat dit tevens sterkere convergentie vereist, zodat naleving van een reeks fundamentele sociale normen in de hele Unie kan worden gegarandeerd; meent dat in dit verband eerlijke arbeidsmobiliteit moet worden bevorderd als een fundamentele vrijheid op de interne markt; is van mening dat onverwijld een begin moet worden gemaakt met concrete maatregelen ter realisering van de beloofde "sociale triple A"; verzoekt de Commissie daartoe de sociale partners op Europees en nationaal niveau te stimuleren tot nauwere betrokkenheid;

19. fordert, dass die offene Methode der Koordinierung im sozialen Bereich in Bezug auf Armut gestärkt und korrekt angewendet wird, und zwar insbesondere durch einzelstaatliche Strategien der sozialen Eingliederung und des Sozialschutzes, die gemeinsam auf der Grundlage einvernehmlich festgelegter Ziele, im Rahmen nationaler Plattformen zur Bekämpfung der Armut, über den Austausch bewährter Verfahren im Bereich des wirksamen Zugangs zu den Grundrechten, die Umsetzung der Grundrechtecharta der Europäischen Union und der (nicht von allen Mitgliedstaaten ratifizierten) revidierten Sozialcharta, insbesondere deren Artikel 30 und 31, entwickelt, umgesetzt und bewertet werden; verweist darauf, dass in diesem Zusammenhang die Arbeiten des Ausschusses für Sozialschutz des Rates auch weiterhin berücksichtigt werden müssen; fordert, die Beteiligung der lokalen Behörden, der Unternehmen der Sozialwirtschaft und weiterer kommunaler Akteure an der Ausarbeitung und Umsetzung der nationalen Strategieberichte zu fördern und zu überwachen;
19. vraagt dat de open coördinatiemethode voor sociale kwesties wordt versterkt en juist toegepast op het domein van de armoede, met name via nationale strategieën voor sociale inclusie en bescherming die gemeenschappelijk worden ontwikkeld, uitgevoerd en geëvalueerd, op basis van de gezamenlijk vastgestelde doelstellingen, door middel van de nationale platforms tegen armoede en door het uitwisselen van goede praktijken op het gebied van beleid voor effectieve toegang tot de grondrechten, en door de tenuitvoerlegging van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het (niet door alle lidstaten geratificeerde) herziene Sociaal Handvest, in het bijzonder de artikelen 30 en 31; benadrukt dat in dit kader nog steeds waarde moet worden gehecht aan de werkzaamheden van het Comité voor sociale bescherming van de Raad; vraagt dat het platform zorgt voor de bevordering en de follow-up van de deelname van lokale overheden, ondernemingen uit de sociale economie en andere lokale actoren aan de opstelling en tenuitvoerlegging van de nationale strategische verslagen;

10. stellt fest, dass die Anerkennung europäischer Statuten für Verbände, Gegenseitigkeitsgesellschaften und Stiftungen für die Gleichbehandlung der Unternehmen der Sozialwirtschaft nach den Binnenmarktvorschriften erforderlich ist; ist der Ansicht, dass die Tatsache, dass die Kommission ihre Vorschläge für eine Verordnung des Europäischen Parlaments und des Rates über das Statut des Europäischen Vereins, und für eine Verordnung des Europäischen Parlaments und des Rates über das Statut der Europäischen Gegenseitigkeitsgesellschaft (KOM(1991)0273) zurückgezogen hat, ein bedeutender Rückschlag für die Entwicklung dieser Formen der Sozialwirtschaft innerhalb der Europäischen Union ist; fordert die Kommission deshalb nachdrücklich auf, ihr Arbeitsprogramm entsprechend zu überarbeiten;
10. stelt vast dat de erkenning van de Europese statuten voor verenigingen, stichtingen en onderlinge maatschappijen een voorwaarde is voor het garanderen van een gelijke behandeling van de sociale-economieondernemingen overeenkomstig de regels zoals die voor de interne markt gelden; is van mening dat het feit dat de Commissie haar voorstellen voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut voor de Europese vereniging en voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut van de Europese onderlinge maatschappij (COM(1991)0273) heeft ingetrokken, een grote tegenslag is voor de ontwikkeling van deze vormen van sociale economie in de Europese Unie; dring er derhalve bij de Commissie op aan haar werkprogramma dienovereenkomstig te herzien;

10. stellt fest, dass die Anerkennung europäischer Statuten für Verbände, Gegenseitigkeitsgesellschaften und Stiftungen für die Gleichbehandlung der Unternehmen der Sozialwirtschaft nach den Binnenmarktvorschriften erforderlich ist; ist der Ansicht, dass die Tatsache, dass die Kommission ihre Vorschläge für eine Verordnung des Europäischen Parlaments und des Rates über das Statut des Europäischen Vereins, und für eine Verordnung des Europäischen Parlaments und des Rates über das Statut der Europäischen Gegenseitigkeitsgesellschaft (KOM(1991)0273 ) zurückgezogen hat, ein bedeutender Rückschlag für die Entwicklung dieser Formen der Sozialwirtschaft innerhalb der Europäischen Union ist; fordert die Kommission deshalb nachdrücklich auf, ihr Arbeitsprogramm entsprechend zu überarbeiten;
10. stelt vast dat de erkenning van de Europese statuten voor verenigingen, stichtingen en onderlinge maatschappijen een voorwaarde is voor het garanderen van een gelijke behandeling van de sociale-economieondernemingen overeenkomstig de regels zoals die voor de interne markt gelden; is van mening dat het feit dat de Commissie haar voorstellen voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut voor de Europese vereniging en voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut van de Europese onderlinge maatschappij (COM(1991)0273 ) heeft ingetrokken, een grote tegenslag is voor de ontwikkeling van deze vormen van sociale economie in de Europese Unie; dring er derhalve bij de Commissie op aan haar werkprogramma dienovereenkomstig te herzien;

Aufgrund der Ordonnanz des Rates der Region Brüssel Hauptstadt vom 26. Juni 2001 zur Zustimmung zum Kooperationsabkommen zwischen dem Staat, den Regionen und der Deutschsprachigen Gemeinschaft über die Sozialwirtschaft vom 4. Juli 2000;
Gelet op de ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Gewestraad van 26 juni 2001 houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord van 4 juli 2000 tussen de Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de sociale economie;

Aufgrund des Dekrets des Rates der Wallonischen Region vom 18. Juli 2001 zur Zustimmung zum Kooperationsabkommen zwischen dem Staat, den Regionen und der Deutschsprachigen Gemeinschaft über die Sozialwirtschaft vom 4. Juli 2000;
Gelet op het decreet van de Waalse Gewestraad van 18 juli 2001 houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 4 juli 2000 tussen de Federale Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de sociale economie;

Aufgrund des Gutachtens Nr. 3 des Hohen Rates für Beschäftigung über die Sozialwirtschaft vom 7. Dezember 1998;
Gelet op het advies nr. 3 betreffende de sociale economie uitgebracht door de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid, d.d. 7 december 1998;

16. begrüßt die Erklärung des Rates zur Jahrtausendwende und die Schlußfolgerung, daß die Union künftig auf das Vertrauen und die aktive Mitwirkung ihrer Bürger und der Einrichtungen der Zivilgesellschaft angewiesen ist; bedauert daher, daß kein Vorschlag für eine Rechtsgrundlage in Verbindung mit Artikel 136 EGV und den Erklärungen über eine Zusammenarbeit mit karitativen Einrichtungen und freiwilligen Diensten in Sicht ist; fordert nachdrücklich eine europäische Strategie zur Unterstützung des Ausbaus des dritten Sektors, der Sozialwirtschaft und der Partnerschaft mit den NRO auf europäischer und nationaler Ebene angesichts des wichtigen Beitrags, den sie zur Entwicklung des sozialen Zusammenhalts und der Solidarität in Europa leisten;
16. is verheugd over de millenniumverklaring van de Raad en de conclusie omtrent de toekomstige behoeften, het vertrouwen en de actieve inspraak van de burgers en burgerlijke organisaties; betreurt derhalve dat er geen voorstel in voorbereiding is voor een rechtsgrondslag tezamen met artikel 136 van het EG-Verdrag en de verklaringen inzake samenwerking met liefdadigheidsorganisaties en activiteiten van vrijwilligersdiensten; dringt derhalve met klem aan op een Europese strategie ter schraging van de ontwikkeling van de derde sector, de sociale economie en het partnerschap met de maatschappelijke NGO's op Europees en nationaal niveau als het gaat om hun belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de sociale samenhang en solidariteit in Europa;