Zumindest wird verlangt, dass der Ausländer eine vorläufige Aufenthaltserlaubnis für die gesamte vorgeschriebene Dauer besessen hat (seit der Geburt im Rahmen von Nr. 1 und seit mindestens sieben Jahren im Rahmen von Nr. 3), um - vorbehaltlich der Einhaltung der anderen vorgeschriebenen Bedingungen - eine Staatsangehörigkeitserklärung abgeben zu können.
Ten minste wordt geëist dat de vreemdeling het bewijs kan leveren van voorlopige verblijfsvergunningen die betrekking hebben op de vereiste duur (sedert de geboorte in het kader van 1° en sedert ten minste zeven jaar in het kader van 3°) opdat hij, onder voorbehoud van de naleving van de andere gestelde voorwaarden, een nationaliteitsverklaring kan afleggen.