Mit dem dritten Klagegrund wird ein Verstoß gegen den Grundsatz der loyalen Zusammenarbeit nach Art. 4 Abs. 3 EUV und das institutionelle Gleichgewicht im Sinne von Art. 13 Abs. 2 EUV gerügt, weil sich die Kommission über die Schlussfolgerungen des Rates vom 10. Dezember 2010 zum „Rahmen für Glücksspiele und Wetten in den Mitgliedstaaten der Europäischen Union“ (Dokument 16884/10) hinweggesetzt habe.
Derde middel, ontleend aan een schending van het beginsel van loyale samenwerking van artikel 4, lid 3, VEU en van de institutionele balans van artikel 13, lid 2, VEU, omdat de Commissie de Conclusies van de Raad van 10 december 2010„Kader voor kansspelen en weddenschappen in de lidstaten van de Europese Unie” (Document 16884/10) naast zich heeft neergelegd.