Das in der angefochtenen Bestimmung enthaltene Unterscheidungskriterium ist folglich sachdienlich hinsichtlich der in B.6.2 angeführten Zielsetzung des Gesetzgebers, nämlich den Mitgliedern der Polizeidienste, die zeitweilig leitende Funktionen ausgeübt haben, ähnliche Inwertsetzungsperspektiven innerhalb der seit dem 1. Januar 2001 tätigen neuen Strukturen zu bieten.
Het in de bestreden bepaling vervatte criterium van onderscheid is bijgevolg relevant gelet op de door de wetgever nagestreefde doelstelling, vermeld in B.6.2, die erin bestaat soortgelijke valorisatieperspectieven te bieden aan de leden van de politiediensten die tijdelijk directiefuncties hebben uitgeoefend binnen de nieuwe structuren die sinds 1 januari 2001 actief zijn.
