Traduction de «parzellen ihrer verstreuten lage entstehen » (Allemand → Néerlandais) :

(23a) Außerdem sollte den Mehrkosten Rechnung getragen werden, die den landwirtschaftlichen Erzeugungen in den Regionen in äußerster Randlage aufgrund der geringen Größe der landwirtschaftlichen Parzellen und ihrer verstreuten Lage entstehen, einschließlich des höheren Verbrauchs an Agrardiesel, nicht nur durch Zugmaschinen, sondern auch durch andere, für den Transport verschiedener landwirtschaftlicher Geräte zwischen Betrieben eingesetzte Maschinen.
(23 bis) Er moet ook rekening worden gehouden met de extra kosten die wegen op de landbouwproductie van de ultraperifere gebieden en die een gevolg zijn van de geringe oppervlakte van de landbouwpercelen en hun verspreide ligging, alsook van het hogere landbouwdieselverbruik, niet alleen voor uitrusting met trekkracht maar ook voor ander materieel dat gebruikt wordt voor het vervoer van landbouwwerktuigen tussen de diverse bedrijven.

E. in der Erwägung, dass die Kosten, die einem KMU entstehen, um eine Verordnung einzuhalten, zehnmal so hoch sind wie bei größeren Unternehmen sein können; in der Erwägung, dass daher eine ordnungsgemäße und unabhängige Folgenabschätzung für KMU von besonderer Bedeutung ist, da sich diese bei der Anpassung an neue Rechts- und Verwaltungsvorschriften oft größeren Schwierigkeiten gegenübersehen als große Unternehmen und aufgrund ihrer Größe nicht so gut in der Lage sind, sich frühzeitig auf Änderungen der Vorschriften einzustellen;
E. overwegende dat volgens een deskundigengroep van de Commissie de kosten van naleving van een verordening voor een kmo tien keer hoger kunnen liggen dan voor grote bedrijven; overwegende dat een correct en onafhankelijk uitgevoerde effectbeoordeling daarom van bijzonder belang is voor kmo's die vaak meer moeilijkheden ondervinden bij de aanpassing aan nieuwe wettelijke en administratieve vereisten dan grote bedrijven, en vanwege hun omvang minder snel kunnen anticiperen op veranderingen in de regelgeving;

C. in der Erwägung, dass die Stahlindustrie als Lieferant ganzer Industriezweige in der EU besonders anfällig für Veränderungen der wirtschaftlichen Lage ist und in Phasen schwächerer Konjunktur Produktionsüberschüsse entstehen, die allzu häufig als Vorwand für Umstrukturierungen herangezogen werden; in der Erwägung, dass die Stahlindustrie aufgrund ihrer vorgelagerten Position einen strategisch wichtigen Industriezweig für die von der Kommission geplante Reindustrialisierung darstellt, in deren Rahmen der Anteil der verarbeitenden Industrie am BIP der EU bis 2020 auf 20 % steigen soll;
C. overwegende dat de staalindustrie grondstoffen levert aan hele takken van de Europese industrie waardoor ze gevoeliger is voor conjunctuurbewegingen, en dat een vertraging van de conjunctuur leidt tot overcapaciteit, die maar al te vaak wordt aangegrepen om herstructureringen te rechtvaardigen; overwegende dat de staalindustrie door haar toeleveringspositie een strategische rol kan spelen met het oog op de ambitie van de Commissie om een herindustrialisatie te verwezenlijken en het aandeel van de industrie tegen 2020 te verhogen tot 20 % van het bbp van de EU;

4. ist der Auffassung, dass sich die Einflussmöglichkeiten der EU mit dem Entstehen neuer wirtschafts- und außenpolitisch maßgeblicher Staaten nicht verringern werden, dass die EU vielmehr eine wichtige Rolle bei der Förderung eines gemeinsamen Verständnisses von politischen Entscheidungen spielen muss und bei der Bewältigung globaler Herausforderungen ihre Führungsstärke unter Beweis stellen sollte; vertritt die Auffassung, dass die EU und ihre transatlantischen Partner den Schwerpunkt darauf legen sollten, die erforderlichen Skaleneffekte zu erzielen und abgestimmte Maßnahmen zu erarbeiten, um in der Lage zu sein, im Geiste einer echten Partnerschaft und guten Zusammenarbeit mit den Schwellenländern sowohl bilaterale als auch multilaterale Beziehungen in konstruktiver und wirksamer Weise zu pflegen; weist darauf hin, dass ein integratives System der Weltordnungspolitik entwickelt werden muss, das sich auf die Zusammenarbeit und Koordinierung mit den BRICS-Ländern und gegebenenfalls anderen Schwellenländern zum Vorteil aller stützt; verweist darüber hinaus auf die entscheidende Rolle der EU und ihrer transatlantischen Partner bei der Förderung eines integrativen Systems der Weltordnungspolitik; betont, dass die EU strategischer vorgehen sollte, damit Europa sein ganzes Gewicht international zum Tragen bringen kann, insbesondere indem sie die Auswirkungen der wechselseitigen Abhängigkeit bewältigt, Reformen der Weltordnungspolitik vorantreibt und gemeinsame Maßnahmen in den Bereichen Rechtsstaatlichkeit, nachhaltige Umwelt, regionale Sicherheit usw. anstößt und konstruktive Beziehungen mit den BRICS-Ländern und anderen Schwellenländern pflegt;
4. is van oordeel dat de EU met de opkomst van nieuwe wereldmachten op het gebied van economie en buitenlands beleid niet aan invloed zal inboeten, maar dat er een belangrijke rol voor haar is weggelegd bij het bevorderen van een gemeenschappelijke visie op politieke keuzen en dat zij leiderschap moet tonen bij de aanpak van mondiale uitdagingen; meent dat de EU en haar trans-Atlantische partners zich moeten richten op het behalen van de nodige schaalvoordelen en het initiatief moeten nemen voor gezamenlijke inspanningen met het oog op een constructieve en doeltreffende wisselwerking met de opkomende mogendheden, zowel bilateraal als multilateraal, en in een geest van echt partnerschap en goede samenwerking; wijst erop dat er een alomvattend stelsel voor mondiaal bestuur moet worden ontwikkeld dat gebaseerd is op samenwerking en coördinatie met de BRICS-landen en andere opkomende mogendheden, naar gelang het geval, ten voordele van alle partijen; wijst voorts op de sleutelrol van de EU en haar trans-Atlantische partners in het bevorderen van een alomvattend stelsel voor mondiaal bestuur; onderstreept dat de EU strategischer dient te handelen om zodoende het werkelijke gewicht van Europa op internationaal vlak te doen gelden, met name door het beheer van de uitwerkingen van de wederzijdse afhankelijkheid, het op gang brengen van hervormingen van het mondiaal bestuur, en het teweegbrengen van een gemeenschappelijk optreden op gebieden als de rechtsstaat, duurzaam milieu en regionale veiligheid door middel van constructieve wisselwerking met de BRICS-landen en andere opkomende mogendheden;

Ein besonderes Augenmerk sollte auf die Gebiete in äußerster Randlage gelegt werden, indem ausnahmsweise der Interventionsbereich des EFRE auf die Finanzierung von Betriebskosten im Zusammenhang mit dem Ausgleich von Mehrkosten ausgedehnt wird, die durch deren besondere wirtschaftliche und soziale Lage entstehen, die wegen der Entlegenheit dieser Gebiete, ihrer Insellage, ihrer geringen Größe, ihren schwierigen topografischen und klimatischen Bedingungen und ihrer wirtschaftlichen Abhängigkeit von wenigen Erzeugnissen verschlimmert wird, was wegen der Dauerhaftigkeit und Kombination der genannten Umstände die Entwicklung der genannten Gebiete erheblich beeinträchtigt.
Specifieke aandacht dient te gaan naar de ultraperifere regio's, namelijk door, bij wijze van uitzondering, de werkingssfeer van het EFRO te verruimen tot de financiering van steun voor de bedrijfsvoering ter vergoeding van de extra kosten die voortvloeien uit hun specifieke economische en sociale situatie, die mede het gevolg is van hun verafgelegen en/of insulaire ligging, gering oppervlak, problematische topografie, ongunstig klimaat en hun economische afhankelijkheid van een beperkt aantal producten, kenmerken die in combinatie met elkaar en door hun blijvende karakter de ontwikkeling van deze regio's bemoeilijken.

In seinem Urteil vom 20. März 2002 in Sachen L. Vincent und dessen Ehefrau J. Vanderlinden gegen die Gemeinde Gedinne und andere, dessen Ausfertigung am 26. März 2002 in der Kanzlei des Schiedshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Dinant die präjudizielle Frage gestellt, « ob das Gesetz vom 30. April 1951 [über die Handelsmietverträge zum Schutz der Handelsgeschäfte], in Verbindung mit den Artikeln 537 und 1712 des Zivilgesetzbuches, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, indem es den Behörden diesen Texten zufolge ermöglicht wird, ihre Vertragspartner in eine unsichere Lage zu versetzen, wobei ihnen der mit dem Handelsmietvertrag verbundene Schutz versagt wird, sogar für Parzellen ihrer privaten Eigentümer und/oder aus Gründen, die nicht unmittelbar mit der Aufrechterhaltung der Zweckbestimmung und Benutzung des öffentlichen Eigentums zusammenhängen ».
Bij vonnis van 20 maart 2002 in zake L. Vincent en zijn echtgenote J. Vanderlinden tegen de gemeente Gedinne en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 26 maart 2002, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Dinant de prejudiciële vraag gesteld « of de wet van 30 april 1951 [op de handelshuurovereenkomsten met het oog op de bescherming van het handelsfonds], junctis de artikelen 537 en 1712 van het Burgerlijk Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre het ingevolge die teksten de overheid is toegestaan haar medecontractanten in een precaire situatie te plaatsen, waarbij hun de met de handelshuur verbonden bescherming wordt ontzegd, zelfs voor percelen van haar privaat domein en/of om redenen die niet rechtstreeks verband houden met het behoud van de bestemming en het gebruik van het openbaar domein ».

8° " Flächen- und Beihilfeantragserklärung" : das von der Verwaltung erstellte Formular, das die Beihilfeanträge im Rahmen der Direktstützungsregelungen und bestimmter Massnahmen zur ländlichen Entwicklung, die Verwaltungs- und Kontrollangaben in Zusammenhang mit diesen Regelungen und Massnahmen und sonstigen gemeinschaftlichen oder nationalen Regelungen und die Angaben zur Identifizierung aller landwirtschaftlichen Parzellen des Betriebs, ihrer Fläche, ihrer Lage und ihrer Nutzung (Kultur und Zweckbestimmung) enthält;
8° " oppervlakteaangifte en steunaanvraag" : het door het bestuur opgemaakte formulier, dat het volgende omvat : de steunaanvragen in het kader van de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening en van sommige maatregelen voor plattelandsontwikkeling, de beheers- en controlegegevens betreffende die regelingen en maatregelen en andere communautaire of nationale regelingen alsook de elementen vereist voor de identificatie van alle landbouwpercelen van het bedrijf, hun oppervlakte, plaatsbepaling en gebruik (gewas en bestemming);

In seinem Urteil vom 20. März 2002 in Sachen L. Vincent und J. Vanderlinden gegen die Gemeinde Gedinne und andere, dessen Ausfertigung am 26. März 2002 in der Kanzlei des Schiedshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Dinant die präjudizielle Frage gestellt, « ob das Gesetz vom 30. April 1951 [über die Handelsmietverträge zum Schutz der Handelsgeschäfte], in Verbindung mit den Artikeln 537 und 1712 des Zivilgesetzbuches, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, indem es den Behörden diesen Texten zufolge ermöglicht wird, ihre Vertragspartner in eine unsichere Lage zu versetzen, wobei ihnen der mit dem Handelsmietvertrag verbundene Schutz versagt wird, sogar für Parzellen ihrer privaten Eigentümer und/oder aus Gründen, die nicht unmittelbar mit der Aufrechterhaltung der Zweckbestimmung und Benutzung des öffentlichen Eigentums zusammenhängen ».
Bij vonnis van 20 maart 2002 in zake L. Vincent en J. Vanderlinden tegen de gemeente Gedinne en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 26 maart 2002, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Dinant de prejudiciële vraag gesteld « of de wet van 30 april 1951 [op de handelshuurovereenkomsten met het oog op de bescherming van het handelsfonds], junctis de artikelen 537 en 1712 van het Burgerlijk Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre het ingevolge die teksten de overheid is toegestaan haar medecontractanten in een precaire situatie te plaatsen, waarbij hun de met de handelshuur verbonden bescherming wordt ontzegd, zelfs voor percelen van haar privaat domein en/of om redenen die niet rechtstreeks verband houden met het behoud van de bestemming en het gebruik van het openbaar domein ».