Vertaling van "organisationen lokalen behörden sein sollte " (Duits → Nederlands) :

29. weist darauf hin, dass die Widerstandsfähigkeit auch ein Schlüsselthema in den Partnerschaften der EU mit zivilgesellschaftlichen Organisationen und lokalen Behörden sein sollte; weist darauf hin, dass es von entscheidender Bedeutung ist, sowohl die Rolle von Gemeinschaften durch gemeinschaftseigene und von den Gemeinschaften geleitete Aktivitäten zur Risikominderung als auch die Rolle der lokalen Behörden in fragilen Staaten zu stärken und in Krisensituationen sowie in Situationen nach der Krise eng mit ihnen zusammenzuarbeiten; fordert dazu auf, dass im Rahmen der Partnerschaften mit lokalen Behörden in fragilen Staaten für die Entwicklung, die Weitergabe und den Austausch administrativen und technischen Fachwissens gesorgt wird;
29. herinnert eraan dat weerbaarheid ook een kernthema moet vormen van het partnerschap van de EU met maatschappelijke organisaties en lokale autoriteiten; herhaalt dat het van essentieel belang is de rol van de gemeenschappen door onder hun gezag en leiding gevoerde risicoverminderende activiteiten uit te breiden, de lokale autoriteiten in kwetsbare staten te versterken en tijdens en onmiddellijk na crisissituaties nauw met hen samen te werken; pleit voor partnerschappen met lokale autoriteiten in kwetsbare staten met het oog op de ontwikkeling, overdracht en uitwisseling van administratieve en technische vaardigheden;

Es wurden Beiträge von EU-Bürgern, einschlägigen Organisationen und Drittstaatsangehörigen (mit Wohnsitz innerhalb oder außerhalb der EU) eingeholt sowie von Arbeitgebern (multinationale Konzerne ebenso wie KMU), ihren Verbänden, privaten und öffentlichen Arbeitsvermittlungsorganisationen, Gewerkschaften, Ministerien, regionalen und lokalen Behörden, Medienvertretern, Wissenschaftlern, internationalen Organisationen, Organisationen oder Behörden der Herkunftsländer, Sozialpartnern und anderen Akteuren der Zivilgesellschaft.
EU-burgers, organisaties en onderdanen van derde landen (met woonplaats in de EU of daarbuiten) en werkgevers (multinationale ondernemingen en kmo's), hun verenigingen, organisaties voor arbeidsbemiddeling van de overheid en uit de privésector, vakbonden, ministeries, regionale en lokale overheden, werknemers in de media, academici, internationale organisaties, organisaties en autoriteiten uit de landen van herkomst, sociale partners en andere actoren van het maatschappelijk middenveld werden geraadpleegd en velen gaven hun mening.

Gestützt auf den „strukturierten Dialog“[5], sollte die EU durch regelmäßigen Dialog und die Nutzung bewährter Praktiken ihre Verbindungen zu Organisationen der Zivilgesellschaft, Sozialpartnern und lokalen Behörden stärken.
Voortbouwend op de structurele dialoog[5] moet de EU via regelmatige dialoog en gebruik van goede praktijken haar banden aanhalen met maatschappelijke organisaties, sociale partners en lokale overheden.

Bei der Anwendung des Artikels 7 Absätze 1 bis 3 des vorliegenden Beschlusses ist unter Initiativen für die Zusammenarbeit oder anderen Formen der Zusammenarbeit auch zu verstehen, dass die staatlichen Behörden, regionalen und subregionalen Organisationen, lokalen Behörden und gegebenenfalls andere öffentliche und private Stellen oder Einrichtungen (einschließlich der Erbringer öffentlicher Dienstleistungen) eines ÜLG sich an einem Europäischen Verbund für territoriale Zusammenarbeit (EVTZ) nach Maßgabe der Regeln und Zielvorgaben für die Tätigkeiten der Zusammenarbeit im Sinne dieses Beschlusses und der Verordnung (EG) Nr. 1082/2006 entsprechend den Vorkehrungen beteiligen, die für den mit dem betreffenden ÜLG verbundenen Mitgliedstaat gelten.
Voor de toepassing van artikel 7, leden 1 tot en met 3, van dit besluit impliceren de samenwerkingsinitiatieven of andere vormen van samenwerking tevens dat overheidsautoriteiten, regionale en subregionale organisaties, plaatselijke autoriteiten en, waar relevant, andere publieke en private organen of instellingen (met inbegrip van openbaredienstverleners) uit een LGO kunnen deelnemen aan een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS), volgens de regels en doelstellingen van de samenwerkingsactiviteiten voorzien in dit besluit en in Verordening (EG) nr. 1082/2006, en in overeenstemming met de regelingen die van toepassing zijn op de lidstaat waarmee de LGO is geassocieerd.

15. fordert die Kommission auf, einen ausgewogenen Ansatz zwischen dem Grundsatz der Harmonisierung und dem Initiativrecht der zivilgesellschaftlichen Organisationen und lokalen Behörden zu fördern; verweist die Kommission darauf, dass die Vereinfachung und Harmonisierung von Verwaltungsverfahren für Geber im Dialog mit den zivilgesellschaftlichen Organisationen und lokalen Behörden erfolgen sollte;
15. verzoekt de Commissie een aanpak te bevorderen die een evenwicht vindt tussen harmonisatie en het initiatiefrecht van maatschappelijke organisaties en lokale autoriteiten; herinnert de Commissie eraan dat vereenvoudiging en harmonisatie van de administratieve procedures voor donoren moeten gebeuren in overleg met maatschappelijke organisaties en lokale autoriteiten;

6. legt der EU nahe, institutionalisierte Mechanismen für Dialoge zwischen mehreren Interessenvertretern und auf mehreren Ebenen zwischen den zivilgesellschaftlichen Organisationen, lokalen Behörden, dem Privatsektor und Partnerregierungen über Agenden für menschenwürdige Arbeit sowie nachhaltiges und integratives Wachstum mit einer Umverteilung von Einnahmen über den Staatshaushalt und über die Frage günstiger Rahmenbedingungen sowohl für zivilgesellschaftliche Organisationen als auch für lokale Behörden zu fördern; empfiehlt, dass die EU für jedes Partnerland die Bestimmungen zu Konsultationen mit lokalen Behörden, wie sie im Rahmen des Cotonou-Abkommens für die AKP-Staaten vorgesehen sind, anwendet;
6. wenst dat de EU geïnstitutionaliseerde mechanismen bevordert voor veelzijdige dialoog met betrokkenheid van zoveel mogelijk belanghebbenden bij maatschappelijke organisaties, lokale autoriteiten, de particuliere sector en regeringen in partnerlanden, wat betreft de agenda's voor waardig werk en duurzame en inclusieve groei door een herverdeling van de inkomsten via de overheidsbegroting en wat betreft het creëren van een gunstig klimaat voor zowel maatschappelijke organisaties als lokale autoriteiten; beveelt aan dat de EU voor alle partnerlanden de bepalingen inzake overleg met lokale autoriteiten toepast die in de Overeenkomst van Cotonou voor de ACS-landen zijn vastgelegd;

(1) Mit der Hilfe der Union im Rahmen des Programms „Organisationen der Zivilgesellschaft und lokale Behörden“ wird das Ziel verfolgt, die Organisationen der Zivilgesellschaft und die lokalen Behörden in den Partnerländern und, sofern in dieser Verordnung vorgesehen, in der Union und in den Begünstigten, die im Rahmen der Verordnung (EU) Nr. 231/2014 gefördert werden können, zu stärken.
1. De doelstelling van de bijstand van de Unie uit hoofde van het programma Organisaties van het maatschappelijk middenveld en plaatselijke overheden is de versterking van de organisaties van het maatschappelijk middenveld en de plaatselijke overheden in de partnerlanden, alsmede, wanneer deze verordening daarin voorziet, in de Unie en de begunstigden van Verordening (EU) nr. 231/2014.

Da unbedingt erkennbar sein sollte, welche Mittel von der Gemeinschaft stammen, sollte die Kommission Leitlinien ausarbeiten, die es Behörden, Nichtregierungsorganisationen, internationalen Organisationen oder sonstigen Stellen, die eine Finanzhilfe aus diesem Fonds erhalten, ermöglichen, den Erhalt dieser Unterstützung ordnungsgemäß zu bestätigen, wobei die übliche Vorgehensweise bei anderen gemeinsam verwalteten Instrumenten, wie etwa den Strukturfonds, berücksichtigt werden sollte.
Het belang van de zichtbaarheid van financiering door de Gemeenschap indachtig, dient de Commissie richtsnoeren te verstrekken om te bevorderen dat autoriteiten, niet-gouvernementele organisaties, internationale organisaties en andere entiteiten die een subsidie uit dit Fonds krijgen, de ontvangen steun goed zichtbaar maken, rekening houdend met de praktijk voor andere instrumenten in het kader van gezamenlijk beheer, zoals de Structuurfondsen.