1. Jeder Mitgliedstaat trifft die erforderlichen Maßnahmen, um sicherzustellen, dass strafrechtliche Ermittlungen oder die Strafverfolgung in Bezug auf Straftaten nach den Artikeln 3 bis 7 nicht von der Anzeige oder Anklage durch das Opfer abhängig gemacht werden und dass das Strafverfahren auch dann fortgesetzt werden kann, wenn das Opfer seine Aussage zurückgezogen hat.
1. Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat onderzoek naar of vervolging van de in de artikelen 3 tot en met 7 genoemde strafbare feiten niet afhankelijk is van een aangifte of beschuldiging door het slachtoffer en dat de strafprocedure kan worden voortgezet zelfs wanneer het slachtoffer zijn of haar verklaringen intrekt.