36. weist darauf hin, dass die Unterzeichnung des Vertrags für das LOW-Gebäude Thema des Sonderberichts Nr. 5/95 des Rechnungshofs war; verweist ferner auf die Ziffern 13, 14 und 15 seiner Entschließung vom 13. April 2000 , mit der der Beschluss über die Entlastung des Parlaments für 1998 aufgeschoben wurde und in der es Besorgnis äußerte hinsichtlich der Vornahme der Bauzinszahlungen und der Verhängung von Strafen für die späte Übergabe; fordert nachdrücklich, dass keine weiteren Kapitalrückzahlungen geleistet werden sollten, bevor nicht die endgültigen Investitionskosten zwischen den Parteien vereinbart oder sonstwie festgesetzt wurden;
36. wijst erop dat de ondertekening van het contract voor het LOW-gebouw onderwerp was van speciaal verslag nr. 5/95 van de Rekenkamer; wijst voorts op de paragrafen 13, 14 en 15 van zijn resolutie van 13 april 2000 , waarin het besluit tot kwijting door het Parlement voor het jaar 1998 wordt uitgesteld, en bezorgdheid wordt uitgesproken over de toepassing van tussentijdse rentebetalingen en boetes voor te late oplevering; dringt er met kracht op aan dat geen kapitaalaflossingen meer worden verricht totdat tussen de partijen overeenstemming is bereikt over de definitieve investeringskosten of deze anderszins zijn vastgelegd;