5. Bei der Ausarbeitung der maritimen Raumordnung schenken die Mitgliedstaaten den Besonderheiten der Meeresregionen, den einschlägigen bestehenden und künftigen Tätigkeiten und Nutzungsarten und ihren Auswirkungen auf die Umwelt sowie den natürlichen Ressourcen gebührende Beachtung und tragen überdies den Wechselwirkungen zwischen land- und seegestützten Tätigkeiten Rechnung .
5. Bij de vaststelling van maritieme ruimtelijke ordening houden de lidstaten terdege rekening met de bijzonderheden van de mariene regio's , de relevante bestaande en toekomstige activiteiten en toepassingen en het efect daarvan op het milieu, alsook met de natuurlijke rijkdommen, waarbij tevens rekening wordt gehouden met de wisselwerking tussen land en zee .