Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "nur antrag einer beklagten oder intervenierenden partei angeordnet " (Duits → Nederlands) :

Es gehört, ebenso wie in dem früheren Wortlaut von Artikel 14ter, zur Beurteilungsbefugnis des Staatsrates, bestimmte Folgen des für nichtig erklärten Verwaltungsaktes zeitweilig oder endgültig aufrechtzuerhalten, doch diese Aufrechterhaltung kann fortan nur auf Antrag einer beklagten oder intervenierenden Partei angeordnet werden aus außergewöhnlichen Gründen, die eine Beeinträchtigung des Legalitätsprinzips r ...[+++]

Het behoort, zoals in de vroegere redactie van artikel 14ter, tot de beoordelingsbevoegdheid van de Raad van State om al dan niet bepaalde gevolgen van de vernietigde bestuurshandeling tijdelijk of definitief te handhaven, maar de handhaving kan voortaan enkel worden bevolen op verzoek van een verwerende of tussenkomende partij, om uitzonderlijke redenen die een aantasting van het legaliteitsbeginsel rechtvaardigen, na een debat op tegenspraak en bij een met bijzondere redenen omklede beslissing waarbij rekening kan worden gehouden met de ...[+++]


Die angefochtene Bestimmung hat Artikel 14ter durch folgenden Wortlaut ersetzt: « Auf Antrag einer beklagten oder beitretenden Partei und wenn die Verwaltungsstreitsachenabteilung es für nötig erachtet, gibt sie die Wirkungen der für nichtig erklärten individuellen Akte oder im Wege einer allgemeinen Verfügu ...[+++]

De bestreden bepaling heeft artikel 14ter als volgt vervangen : « Op verzoek van een verwerende of tussenkomende partij, en als de afdeling bestuursrechtspraak het nodig oordeelt, wijst ze die gevolgen van de vernietigde individuele akten of, bij wege van algemene beschikking, die gevolgen van de vernietigde reglementen aan, die als definitief moeten worden beschouwd of voorlopig gehandhaafd worden voor de termijn die ze vaststelt.


2. « Verstößt Artikel 807 des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den Grundsätzen der Rechte der Verteidigung, der prozessualen Redlichkeit und der Waffengleichheit, indem er bestimmt, dass eine ursprünglich klagende Partei ihre Klage nur insofern erweitern oder ändern kann, als dies auf einer Tatsache oder Handlung beruht, die im verfahrenseinleitenden Akt angeführt wurde, während eine ...[+++]

2. « Schendt artikel 807 van het Gerechtelijk Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, samen gelezen met de beginselen van de rechten van verdediging, de loyauteit van de procesvoering en de wapengelijkheid, waar het bepaalt dat een oorspronkelijke eisende partij zijn vordering enkel kan uitbreiden of wijzigingen voor zover gebaseerd op een feit of een akte die in de inleidende akte aangevoerd staat, terwijl een degelijke beperking niet bestaa ...[+++]


1. « Verstößt Artikel 807 des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den Grundsätzen der Rechte der Verteidigung, der prozessualen Redlichkeit und der Waffengleichheit, indem er bestimmt, dass eine ursprünglich klagende Partei ihre Klage nur insofern erweitern oder ändern kann, als dies auf einer Tatsache oder Handlung beruht, die im verfahrenseinleitenden Akt angeführt wurde, während eine ...[+++]

1. « Schendt artikel 807 van het Gerechtelijk Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, samen gelezen met de beginselen van de rechten van verdediging, de loyauteit van de procesvoering en de wapengelijkheid, waar het bepaalt dat een oorspronkelijke eisende partij zijn vordering enkel kan uitbreiden of wijzigingen voor zover gebaseerd op een feit of een akte die in de inleidende akte aangevoerd staat, terwijl een degelijke be ...[+++]


[...] Unter diesen Voraussetzungen wird durch den Gesetzentwurf, indem die für nichtig erklärte Bestimmung wiederhergestellt wird, die materielle Rechtskraft des Entscheids des Verfassungsgerichtshofes missachtet und setzt man sich nicht nur der Gefahr einer neuen Nichtigerklärung aus, sondern auch einer einstweiligen Aufhebung auf der Grundlage von Artikel 20 Nr. 2 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 ' über den Verfassungsgerichtshof ', aufgrund dessen der Gerichtshof auf Antrag ...[+++]

[...] Daar de ontworpen wet de vernietigde bepaling herstelt, gaat ze bijgevolg voorbij aan het gezag van hetgeen het Grondwettelijk Hof gewezen heeft, en loopt ze het risico op een nieuwe vernietiging en bovendien op een schorsing op grond van artikel 20, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 ' op het Grondwettelijk Hof ', krachtens welke bepaling het Hof een wet op vordering van een verzoekende partij kan schorsen indien die wet identiek is met of sterk gelijkt op een reeds door het Grondwettelijk Hof vernietigde norm » (ibid., pp. 41-42 ...[+++]


[...] [...] Unter diesen Voraussetzungen wird durch den Gesetzentwurf, indem die für nichtig erklärte Bestimmung wiederhergestellt wird, die materielle Rechtskraft des Entscheids des Verfassungsgerichtshofes missachtet und setzt man sich nicht nur der Gefahr einer neuen Nichtigerklärung aus, sondern auch einer einstweiligen Aufhebung auf der Grundlage von Artikel 20 Nr. 2 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 ' über den Verfassungsgerichtshof ', aufgrund dessen der Gerichtshof auf Antrag ...[+++]

[...] [...] Daar de ontworpen wet de vernietigde bepaling herstelt, gaat ze bijgevolg voorbij aan het gezag van hetgeen het Grondwettelijk Hof gewezen heeft, en loopt ze het risico op een nieuwe vernietiging en bovendien op een schorsing op grond van artikel 20, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 ' op het Grondwettelijk Hof ', krachtens welke bepaling het Hof een wet op vordering van een verzoekende partij kan schorsen indien die wet identiek is met of sterk gelijkt op een reeds door het Grondwettelijk Hof vernietigde norm » (ibid., pp. 41-42 ...[+++]


Artikel 21 Absatz 6 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, dem zufolge hinsichtlich der klagenden Partei eine Klagerücknahmevermutung gilt, wenn sie innerhalb einer dreissigtägigen Frist ab der Zustellung des Berichts des Auditors, in dem die Zurückweisung oder Unzulässigkeit der Klage vorgeschlagen wir ...[+++]

Artikel 21, zesde lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, waarin ten aanzien van de verzoekende partij een vermoeden van afstand van geding wordt gevestigd wanneer zij geen enkel verzoek tot voortzetting van de procedure indient binnen de termijn van 30 dagen die ingaat met de kennisgeving van het verslag van de auditeur waarin de verwerping of onontvankelijkheid van het beroep wordt voorgesteld, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, doordat het de tussenkomende partij die het verzoeksc ...[+++]


« Verstösst Artikel 21 Absatz 6 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, dem zufolge angesichts der klagenden Partei eine Klageverzichtsvermutung gilt, wenn sie innerhalb einer dreissigtägigen Frist ab Zustellung des Berichtes des Auditors, in dem die Zurückweisung oder Unzulässigkeit der Klage vorgeschlagen wir ...[+++]

« Schendt artikel 21, zesde lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, waarin ten aanzien van de verzoekende partij een vermoeden van afstand van geding wordt gevestigd wanneer zij geen enkel verzoek tot voortzetting van de procedure indient binnen een termijn van 30 dagen die ingaat met de betekening van het verslag van de auditeur waarin de verwerping of onontvankelijkheid van het beroep wordt voorgesteld, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het de tussenkomende partij die het verzoekschrif ...[+++]


« Verstösst Artikel 21 Absatz 6 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, dem zufolge angesichts der klagenden Partei eine Klageverzichtsvermutung gilt, wenn sie innerhalb einer dreissigtägigen Frist ab Zustellung des Berichtes des Auditors, in dem die Zurückweisung oder Unzulässigkeit der Klage vorgeschlagen wir ...[+++]

« Schendt artikel 21, zesde lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, waarin ten aanzien van de verzoekende partij een vermoeden van afstand van geding wordt gevestigd wanneer zij geen enkel verzoek tot voortzetting van de procedure indient binnen een termijn van 30 dagen die ingaat met de betekening van het verslag van de auditeur waarin de verwerping of onontvankelijkheid van het beroep wordt voorgesteld, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het de tussenkomende partij die het verzoekschrif ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'nur antrag einer beklagten oder intervenierenden partei angeordnet' ->

Date index: 2024-02-16
w